Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 augustus 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:a. horeca, uitsluitend in categorie 1 en 2
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodaties, evenwel met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie, waarbij de volgende categorieën worden onderscheiden:
Het bevoegd gezag kan pas een omgevingsvergunning verlenen voor de activiteiten bouwen en/of het gebruiken van gronden en/of de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening, met inachtneming van het volgende:
voldaan wordt aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in de door het bevoegd gezag vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren en laden en lossen, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning;
de parkeerplaatsen voldoen aan de verdere eisen (maatvoering en ontwerp) die zijn neergelegd in de door het bevoegd gezag vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning.”
a. aanpassing van het bouwplan om alsnog te kunnen voorzien in voldoende parkeerruimte niet kan worden verlangd en;
op eigen terrein, als bedoeld in artikel 3.1, onder a, van het Parapluplan Parkeren. Dit volgt al uit het feit dat deze parkeergelegenheid elders, op een ander perceel met een andere eigenaar, is gelegen, en er een huurovereenkomst nodig is om van de parkeerplekken gebruik te kunnen maken. Naar het oordeel van de rechtbank gaat het dus niet om het voorzien in parkeergelegenheid op eigen terrein, maar om het op andere wijze voorzien in parkeergelegenheid als bedoeld in artikel 3.2 van het Parapluplan Parkeren. Artikel 3.2 roept een bevoegdheid voor verweerder in het leven om bij omgevingsvergunning af te wijken van de in artikel 3.1 neergelegde plicht om op eigen terrein te voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.496,-;
- draagt verweerder op om het griffierecht van € 174,- aan eiser te vergoeden.