ECLI:NL:RBDHA:2021:9133

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 augustus 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
NL21.9225
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 augustus 2021 uitspraak gedaan in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Hadfy-Kovacs, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, bij besluit van 7 juni 2021 buiten behandeling gesteld. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het beroep was beslist.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 augustus 2021 behandeld, samen met een andere zaak (NL21.9224). In de uitspraak van dezelfde dag in die andere zaak is het beroep van verzoeker behandeld. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Dit betekent dat verzoeker niet in aanmerking komt voor de gevraagde voorlopige voorziening en dat de beslissing van de staatssecretaris om de aanvraag buiten behandeling te stellen, in stand blijft.

De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.9225

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.A. Tegenbosch),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovacs).

Procesverloop

Bij besluit van 7 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure buiten behandeling gesteld.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat hij niet zal worden uitgezet voordat er op het beroep is beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.9224, op 3 augustus 2021 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.9224, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.