ECLI:NL:RBDHA:2021:9135

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 augustus 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
NL21.7859
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dublin-overdracht naar Oostenrijk en verzoek om voorlopige voorziening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 augustus 2021 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Hadfy-Kovacs, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, niet in behandeling genomen, omdat Oostenrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden overgedragen aan Oostenrijk voordat er op het beroep was beslist.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 augustus 2021 behandeld, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de partner van verzoeker en haar ouders. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat, gezien de uitkomst van de bodemzaak, het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. Echter, verweerder werd wel veroordeeld in de proceskosten die verzoeker had gemaakt, vastgesteld op € 748,-. De voorzieningenrechter heeft deze kosten berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij één punt voor het indienen van het verzoekschrift werd toegekend.

De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.7859

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.A. Tegenbosch),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr A. Hadfy-Kovacs).

Procesverloop

Bij besluit van 21 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat hij niet zal worden overgedragen voordat er op het beroep is beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.7858, op 3 augustus 2021 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Ook zijn verschenen de partner van eiser en haar ouders. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.7859, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 748,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 748,- (zevenhonderdachtenveertig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt middels geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.