Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juli 2021 in de zaken tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Westland, verweerder.
[derde-partij 1] en [derde-partij 2], te [woonplaats]
Procesverloop
Overwegingen
.De termijn waarbinnen verweerder had moeten beslissen is daarom voorbij. Daarbij merkt de rechtbank op dat voormelde brief van 30 april 2021 waarin verweerder aan eiser meedeelt dat het bezwaar is doorgezonden aan de rechtbank omdat verweerder niet bevoegd is om een besluit te nemen, niet als een aan eiser bekendgemaakt besluit op bezwaar kan worden aangemerkt en bovendien, gelet op rechtsoverweging 4, onjuist is. Eiser heeft verweerder op 13 mei 2021 in gebreke gesteld en sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.