Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juni 2021 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats], eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
Procesverloop
mr. [D] en mr. [e].
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een online sportplatform, en de inspecteur van de Belastingdienst over de toepassing van het verlaagde btw-tarief op de door eiseres aangeboden diensten. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening van omzetbelasting op de aangifte voor augustus 2019, waarbij zij stelde dat het verlaagde tarief van toepassing was op haar diensten, die sportbeoefenaars de mogelijkheid bieden om via een virtueel platform gebruik te maken van workout- en instructievideo's. De inspecteur heeft het bezwaar ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het beroep van eiseres.
De rechtbank heeft overwogen dat het verlaagde btw-tarief alleen van toepassing is wanneer er daadwerkelijk een fysieke sportaccommodatie ter beschikking wordt gesteld. Eiseres biedt haar diensten uitsluitend online aan en beschikt niet over een fysieke locatie waar sportbeoefening kan plaatsvinden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de diensten van eiseres wezenlijk verschillen van die van reguliere sportscholen, die wel een fysieke accommodatie aanbieden. De rechtbank heeft ook de argumenten van eiseres over fiscale neutraliteit en gelijke behandeling verworpen, en geconcludeerd dat de regelgeving omtrent het verlaagde tarief niet in strijd is met het EU-recht.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.