ECLI:NL:RBDHA:2021:9278
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de bestuursrechter in zorgverzekeringskwestie
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft eiser, een persoon die een persoonsgebonden budget (pgb) heeft aangevraagd, bezwaar gemaakt tegen de omvang van de toekenning van dit budget door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. De zaak betreft de vraag of de beslissing van de zorgverzekeraar als een bestuursrechtelijk besluit kan worden aangemerkt. Eiser ontving op 19 mei 2020 een brief waarin hem een pgb was toegekend voor 39 uur persoonlijke verzorging per week. Eiser maakte bezwaar tegen deze toekenning en stelde beroep in tegen het niet tijdig besluiten op zijn bezwaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat geen van de partijen gebruik heeft gemaakt van het recht om ter zitting te worden gehoord, waarna het onderzoek is gesloten.
De rechtbank overweegt dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de bestuursrechter. Echter, volgens artikel 1:3 van de Awb wordt onder een besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan. De rechtbank concludeert dat zorgverzekeraars, zoals Zilveren Kruis, geen bestuursorgaan zijn in de zin van de Awb. Dit betekent dat de brief van 19 mei 2020 geen bestuursrechtelijk besluit is en dat er geen mogelijkheid is voor bezwaar of beroep via de bestuursrechtelijke weg. De rechtbank verklaart zich daarom onbevoegd om over deze kwestie te oordelen, maar merkt op dat eiser zich kan wenden tot de burgerlijke rechter voor verdere stappen.
De uitspraak is gedaan door mr. D.A.J. Overdijk en is openbaar uitgesproken op 18 augustus 2021. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.