ECLI:NL:RBDHA:2021:9289

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 augustus 2021
Publicatiedatum
23 augustus 2021
Zaaknummer
NL21.11209
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige seksuele geaardheid en problemen in Uganda

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 augustus 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Ugandese vrouw, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiseres stelde dat zij lesbisch is en dat zij in Uganda problemen heeft ondervonden vanwege haar seksuele geaardheid. De rechtbank oordeelde dat de gestelde seksuele geaardheid van eiseres ongeloofwaardig was, omdat zij summier en oppervlakkig had verklaard over haar gevoelens en ervaringen. De rechtbank merkte op dat eiseres niet overtuigend had aangetoond hoe haar seksuele geaardheid haar leven in Uganda beïnvloedde en dat zij tegenstrijdige verklaringen had afgelegd over haar relatie met haar man en haar vriendin.

De rechtbank concludeerde dat verweerder, de Staatssecretaris, niet ten onrechte had geoordeeld dat de gestelde problemen van eiseres ongeloofwaardig waren. Eiseres had onvoldoende bewijs geleverd om haar claims te onderbouwen, en de rechtbank vond dat verweerder voldoende rekening had gehouden met de culturele achtergrond van eiseres. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de Staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. Eiseres kan binnen een week na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.11209

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 augustus 2021 in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. A. Berends),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. de Jong).

ProcesverloopBij besluit van 5 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De zitting was op 29 juli 2021, samen met zaak NL21.11210. Eiseres en haar gemachtigde waren aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Als tolk was aanwezig A.M. Nakamya.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiseres is geboren op [geboortedag] 1989 en heeft de Ugandese nationaliteit. Aan haar asielaanvraag heeft eiseres ten grondslag gelegd dat zij lesbisch is en daardoor problemen in Uganda heeft gehad.
2. Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig geacht. Volgens verweerder heeft eiseres over haar gestelde seksuele geaardheid summier en oppervlakkig verklaard. Verweerder heeft die geaardheid daarom ongeloofwaardig geacht. Dat geldt ook voor de door eiseres gestelde problemen.
Wat vinden eiseres en verweerder in beroep?
3. Eiseres vindt het bestreden besluit in strijd met artikel 3:47 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verder heeft verweerder zich volgens haar ten onrechte op het standpunt gesteld dat de gestelde seksuele geaardheid ongeloofwaardig is. Ook heeft verweerder de daaruit voortvloeiende problemen ten onrechte ongeloofwaardig geacht.
4. Verweerder heeft gemotiveerd op de beroepsgronden gereageerd.
5. Op de specifieke argumenten van partijen gaat de rechtbank hierna in, voor zover dat nodig is.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
De gestelde seksuele geaardheid
6. Verweerder gelooft niet dat eiseres lesbisch is. In het bestreden besluit, waarin wordt verwezen naar het voornemen, heeft verweerder hierover het volgende aangevoerd.
Eiseres heeft summier en oppervlakkig verklaard over haar gevoelens voor vrouwen en haar lesbische geaardheid. Zo heeft zij niet uitgelegd op welke manier het haar heeft bezig gehouden dat ze lesbisch is of inzicht gegeven in haar gedachten over hoe de relatie met haar man haar ertoe heeft gebracht haar homoseksuele geaardheid te accepteren. Ook heeft eiseres enerzijds verklaard dat zij vaak heeft nagedacht over hoe de islam aankijkt tegen homoseksualiteit, terwijl zij anderzijds heeft verklaard dat zij enkel bang is om gestraft te worden en het niet prettig vindt om naar de moskee te gaan. Daarnaast heeft eiseres verklaard dat zij zich zeer schaamde voor haar homoseksuele gevoelens, terwijl ze, als hier op door wordt gevraagd, alleen oppervlakkig en summier kan vertellen over de gedachten die zij hierover heeft gehad. Eiseres kan niet uitleggen wat ertoe heeft geleid dat zij haar gevoelens van schaamte heeft losgelaten. Later heeft zij verklaard dat zij zich van binnen nog wel schaamde, welke verklaring tegenstrijdig is met haar eerdere verklaring dat zij zich niet meer schaamde. Ook weet eiseres niet duidelijk en uitvoerig te verklaren waarom zij zich in Nederland niet meer schaamt voor haar homoseksualiteit, hoe zij haar negatieve gedachten hierover heeft losgelaten en op welke manier zij haar gevoelens voor vrouwen nu accepteert. Eiseres heeft geen inzicht gegeven over hoe zij haar negatieve gevoelens over haar geaardheid heeft losgelaten en heeft zij tegenstrijdig over deze gevoelens verklaard.
Daarnaast heeft eiseres oppervlakkig en summier verklaard over haar vriendin Comfort. Eiseres verklaart oppervlakkig over de karaktereigenschappen van Comfort en zegt enkel dat zij veel van Comfort heeft gehouden omdat zij zorgzaam, schoon en netjes is. Gelet op de gestelde langdurige relatie met Comfort, mag van eiseres verwacht worden dat zij meer over de relatie met Comfort en haar gevoelens voor Comfort kan verklaren.
Ook heeft eiseres algemeen en oppervlakkig verklaard over de situatie van homoseksuelen in Uganda. Zij weet maar één organisatie te noemen die voor de belangen van homoseksuelen in Uganda opkomt en heeft zij geen contact met deze organisatie opgenomen. Eiseres heeft geen overtuigende verklaring gegeven over waarom zij geen contact heeft opgenomen met deze organisatie.
De verklaringen van eiseres over de reden van haar vertrek naar Oman worden ook als kennelijk ongeloofwaardig aangemerkt. Oman is een streng islamitisch sultanaat waar homoseksualiteit strafbaar is gesteld. Het is niet logisch dat eiseres juist naar dit land is gevlucht vanwege de problemen met haar homoseksualiteit. Bovendien heeft eiseres voor Oman een werk gerelateerd visum aangevraagd en heeft zij in Oman gewerkt. Zij is teruggekeerd naar Uganda toen haar werkvisum is verlopen. Dit doet afbreuk aan haar verklaringen over de reden van haar vertrek naar Oman. Haar terugkeer naar Uganda is niet geloofwaardig, omdat eiseres heeft verklaard dat haar man, [A], nog naar haar op zoek was. Terugkeren naar Uganda was daardoor een groot risico voor eiseres. Ook is er in de tussentijd niets in Uganda veranderd ten aanzien van homoseksualiteit, zodat het niet geloofwaardig is dat eiseres terugkeert naar Uganda zonder dat de situatie is veranderd.
Ten slotte heeft eiseres zich alleen oppervlakkig en summier verdiept in de situatie van homoseksualiteit in Nederland. Zij zegt pas drie keer naar een bijeenkomst van een Nederlandse belangenorganisatie te zijn geweest. Eiseres is al ruim anderhalf jaar in Nederland en weet weinig over homoseksualiteit in Nederland, zodat van haar verwacht mag worden dat zij zich hier meer in verdiept.
7. Gelet op het voorgaande heeft verweerder de gestelde seksuele geaardheid van eiseres niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Verweerder heeft hierbij mogen betrekken dat eiseres summier en tegenstrijdig heeft verklaard over de beleving van haar geaardheid, wat dat met haar heeft gedaan en hoe zij dit heeft geaccepteerd. Van eiseres mocht in redelijkheid verwacht worden dat zij hierover overtuigender en diepgaander verklaarde.
Dat geldt ook voor de gestelde relatie met Comfort. In beroep heeft eiseres aanvullende gronden ingediend met screenshots van (gedeelten van) whatsapp-gesprekken. De rechtbank is van oordeel dat deze stukken weliswaar kunnen dienen als ondersteuning van de gestelde seksuele geaardheid, maar het blijft aan eiseres zelf om tegenover verweerder aan de hand van eigen verklaringen haar geaardheid aannemelijk te maken. Zoals hiervoor uiteen is gezet, is eiseres daar niet is geslaagd. Daarom heeft verweerder de door eiseres overgelegde whatsapp-gesprekken niet van doorslaggevend belang hoeven aan te merken.
8. Dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met de culturele achtergrond van eiseres volgt de rechtbank niet. Het is vaste rechtspraak [1] dat verweerder bij het inrichten van de asielprocedure in algemene zin voldoende maatregelen heeft genomen om een zorgvuldige en objectieve beoordeling van een asielrelaas te waarborgen waarbij rekening wordt gehouden met de culturele achtergrond van een vreemdeling. Dit betekent dat verweerder in zijn werkwijze voldoende rekening houdt met het referentiekader van de vreemdeling, zoals de culturele achtergrond. Verweerder mocht, ondanks de culturele achtergrond van eiseres, van haar verwachten dat zij uitvoeriger en diepgaander kon verklaren over haar seksuele gerichtheid. De verwijzing naar het rapport "Trots of schaamte? - De beoordeling van LHBTI asielaanvragen in Nederland na de arresten XYZ en ABC" van mr. S. Jansen brengt hierin geen verandering. Het is aan eiseres om met eigen verklaringen haar asielrelaas aannemelijk te maken. Daarin is eiseres niet geslaagd. Het rapport schetst een algemeen beeld, maar zegt niets over de specifieke situatie van eiseres en brengt geen wijziging in de door haar gegeven verklaringen.
9. In wat eiseres voor het overige heeft aangevoerd, ziet de rechtbank geen reden om het beroep gegrond te verklaren.
De gestelde problemen door de seksuele geaardheid
10. Verweerder gelooft niet dat eiseres in Uganda problemen heeft gehad vanwege haar seksuele geaardheid. In het bestreden besluit heeft verweerder hierover het volgende aangevoerd.
Eiseres heeft tegenstrijdig verklaard over wanneer haar relatie met [A] is beëindigd. Enerzijds geeft eiseres aan dat zij van hem is gescheiden toen zij in verwachting was van haar dochter in 2010, terwijl zij anderzijds zegt dat zij tot in 2016 met [A] heeft samengeleefd. Dit doet afbreuk aan de verklaringen van eiseres dat haar man haar met Comfort heeft betrapt. Ook de verklaring dat [A] belde om aan te kondigen dat hij naar huis zou komen en dat Comfort en eiseres vervolgens besloten lekker te gaan koken staan haaks op de verklaring dat [A] onverwacht is thuisgekomen. Het is vreemd dat eiseres met Comfort ging zoenen terwijl ze wist dat haar man elk moment thuis kon komen. Dit maakt de verklaringen van eiseres omtrent de gestelde betrapping niet geloofwaardig. Ook is de verklaring van eiseres dat zij geen contact heeft met haar moeder en haar kinderen omdat haar moeder haar beschuldigt van homoseksualiteit ongeloofwaardig. Eiseres heeft namelijk tijdens het aanmeldgehoor verklaard dat ze haar kinderen iedere twee dagen heeft gezien. Tijdens het nader gehoor heeft eiseres tegenstrijdig hieraan verklaard door te zeggen dat zij haar kinderen maar één keer stiekem heeft gezien.
11. Gelet op het voorgaande heeft verweerder de door eiseres gestelde problemen niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Wat eiseres in beroep heeft aangevoerd over het niet beoordelen van de Messenger berichten met Comfort, doet geen afbreuk aan de hiervoor door verweerder geconstateerde tegenstrijdigheden.
Conclusie
12. Het beroep is ongegrond.
13. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Petersen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Uitspraak van de Afdeling van 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:121