ECLI:NL:RBDHA:2021:9929
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van eiseres niet in behandeling genomen op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juni 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aanvroeg, heeft haar aanvraag niet in behandeling genomen gekregen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De reden hiervoor was dat Polen verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van haar asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft overwogen dat de Poolse autoriteiten instemden met de verantwoordelijkheid voor de asielaanvraag en dat eiseres niet heeft aangetoond dat er in haar geval sprake is van een schending van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiseres heeft verwezen naar een AIDA-rapport dat zou aantonen dat de opvang in Polen onvoldoende is, maar de rechtbank oordeelde dat dit rapport niet voldoende bewijs levert voor structurele gebreken in het Poolse asiel- en opvangsysteem. Eiseres heeft ook geen asielaanvraag in Polen ingediend en heeft geen ervaring met het systeem daar. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.