Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter I. Verzoek tot vervallen verklaring schriftelijke aanwijzingII. Bekrachtiging schriftelijke aanwijzingIII. Verzoek vaststellen omgangsregeling ex artikel 1:265g BW
[de vrouw] ,
[minderjarige] geboren op [geboortedag 1] 2013 te [geboorteplaats] ,
[de man] ,
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland.
Het procesverloop
- [vertegenwoordigers van de GI] namens de gecertificeerde instelling;
Feiten
- Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland heeft de moeder een schriftelijke aanwijzing gegeven op 14 juli 2021, ertoe strekkende dat:
- de moeder [minderjarige] niet belast met negativiteit over de vader;
- de moeder meewerkt aan het contactherstel tussen [minderjarige] en de vader;
- de moeder meewerkt aan het plan dat de gecertificeerde instelling opstelt voor een passende omgang tussen [minderjarige] en de vader;
- de moeder [minderjarige] emotionele toestemming en goedkeuring geeft om de omgang tussen de vader [minderjarige] te laten plaatsvinden.
Verzoeken en standpunten belanghebbendenVerzoek van de moeder tot vervallen verklaring schriftelijke aanwijzing
Daarnaast verzoekt de gecertificeerde instelling, bij wijze van zelfstandig verzoek, op grond van artikel 1:265g lid 1 BW de omgangsregeling tussen [minderjarige] en de vader als volgt vast te stellen:
- primair: één keer in de twee weken 45 minuten begeleid contact, waarbij de regie in opbouw van het verdere (onbegeleid) contact bij de gecertificeerde instelling komt te liggen;
- subsidiair: dan wel een regeling zoals in goede justitie door uw rechtbank vast te stellen.
BeoordelingI. Vervallen verklaring schriftelijke aanwijzing
De kinderrechter stelt dat het – gelet op al het voorgaande – in het belang van [minderjarige] noodzakelijk is dat een omgangsregeling wordt vastgesteld zoals door de gecertificeerde instelling is voorgesteld, in die zin dat tussen [minderjarige] en de vader één keer per twee weken 45 minuten begeleide omgang plaatsvindt, waarbij de regie in opbouw van het verdere (onbegeleid) contact bij de gecertificeerde instelling wordt neergelegd. De moeder heeft meermaals aangegeven haar medewerking te zullen verlenen aan de omgangsregeling, terwijl zij vervolgens deze medewerking niet verleent. De eindregie over de omgang ligt in handen van de gecertificeerde instelling, aangezien zij in het kader van de ondertoezichtstelling de opdracht heeft gekregen toezicht te houden op de veiligheid en ontwikkeling van [minderjarige] .
Beslissing
- één keer per twee weken 45 minuten begeleide omgang, waarbij de regie in opbouw van het verdere (onbegeleide) contact bij de gecertificeerde instelling ligt;