ECLI:NL:RBDHA:2022:10439
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag buiten behandeling gesteld wegens niet verschijnen bij gehoor en vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Algerijnse nationaliteit, had op 12 maart 2022 een asielaanvraag ingediend. Bij besluit van 27 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de asielaanvraag buiten behandeling gesteld, omdat eiser niet was verschenen bij het nader gehoor en met onbekende bestemming was vertrokken. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting op 22 september 2022. De rechtbank heeft overwogen dat eiser procesbelang heeft, ondanks zijn vertrek, omdat hij zich in strafrechtelijke detentie bevindt.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de beroepsgronden van eiser te laat zijn ingediend, maar heeft deze termijnoverschrijding verschoonbaar geacht. Eiser voerde aan dat hij niet in staat was om te verschijnen vanwege psychische problemen en onvoorziene omstandigheden, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder niet tekort was geschoten in zijn zorgplicht. Eiser had de mogelijkheid om tijdig contact op te nemen met de autoriteiten, maar heeft dit nagelaten.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld en dat het terugkeerbesluit, de vertrektermijn en het inreisverbod rechtmatig zijn. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.