ECLI:NL:RBDHA:2022:10506
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Frankrijk
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F. Boone, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Tijdens de zitting in Breda op 6 oktober 2022 zijn de verzoeker en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door mr. L.S. Hartog.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit gebeurde direct na de behandeling van de zaak ter zitting. De rechter overwoog dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat de uitspraak van diezelfde dag in een andere zaak (NL22.15732) de reden was voor de afwijzing van het verzoek. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.
De uitspraak is gedaan in het openbaar en is geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de rechtspraak. De zaak betreft bestuursrecht en vreemdelingenrecht, en is geregistreerd onder zaaknummer NL22.15733.