ECLI:NL:RBDHA:2022:10507
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2022 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op of omstreeks 11 mei 2022 met onbekende bestemming is vertrokken en dat zijn gemachtigde, mr. F. Boone, al enige tijd geen contact meer heeft met eiser. Hierdoor is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op asielrechtelijke bescherming in Nederland.
De rechtbank heeft het beroep van eiser, dat was ingesteld tegen het bestreden besluit van 12 augustus 2022, niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat de rechtbank niet ingaat op de inhoudelijke beoordeling van de asielaanvraag, omdat eiser geen belang meer heeft bij de beoordeling. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan in het openbaar en is bekendgemaakt op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.