ECLI:NL:RBDHA:2022:1055

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
15 februari 2022
Zaaknummer
NL21 13700
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van een Georgische vrouw op basis van ongeloofwaardige seksuele gerichtheid en etniciteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Georgische vrouw die een asielaanvraag had ingediend op basis van haar seksuele gerichtheid en problemen vanwege haar etniciteit. De vrouw, geboren in 1969, stelde dat zij lesbisch is en dat zij in Georgië bedreigd, mishandeld en afgeperst is vanwege haar seksuele gerichtheid. Daarnaast gaf zij aan problemen te ondervinden vanwege haar Russische etniciteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de asielaanvraag echter afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de rechtbank de gestelde seksuele gerichtheid en de daaruit voortvloeiende problemen ongeloofwaardig achtte.

De rechtbank oordeelde dat de vrouw onvoldoende inzicht had gegeven in de ontwikkeling van haar seksuele gerichtheid en haar persoonlijke ervaringen. De verklaringen van de vrouw vertoonden tegenstrijdigheden met die van haar neef, die ook betrokken was bij de asielprocedure. De rechtbank concludeerde dat Georgië als veilig land van herkomst kan worden beschouwd, en dat de vrouw niet aannemelijk had gemaakt dat zij vanwege haar specifieke omstandigheden niet veilig zou zijn in Georgië. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt had gesteld dat de asielaanvraag ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak benadrukt het belang van geloofwaardigheid in asielprocedures, vooral wanneer het gaat om persoonlijke ervaringen en de onderbouwing van gestelde problemen. De rechtbank volgde de staatssecretaris in zijn beoordeling dat de vrouw onvoldoende bewijs had geleverd voor haar claims en dat de asielaanvraag terecht was afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL21.13700
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres], eiseres V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A. Greve-Kortrijk), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. C.H.H.P.M. Kelderman).

Procesverloop

Bij besluit van 23 augustus 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL21.13701, op 1 november 2021 op zitting behandeld in Breda. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 1969 en de Georgische nationaliteit te bezitten. Op 10 juli 2021 heeft eiseres een asielaanvraag ingediend in Nederland. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij lesbisch is en als gevolg van haar gerichtheid is bedreigd, mishandeld en afgeperst. Zij vreest bij terugkeer voor de mensen die haar destijds hebben bedreigd. Verder heeft eiseres problemen ervaren vanwege haar Russische etniciteit.
2. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
- Identiteit, nationaliteit en herkomst;
- De gestelde gerichtheid van eiseres en de daaruit voortvloeiende problemen;
- De door eiseres gestelde problemen vanwege haar etniciteit.
3. Verweerder acht zowel de identiteit, nationaliteit en herkomst, als de door eiseres gestelde problemen vanwege haar etniciteit geloofwaardig. Verweerder acht de gestelde gerichtheid van eiseres en de daaruit voortvloeiende problemen echter niet geloofwaardig. Daartoe stelt verweerder zich allereerst op het standpunt dat eiseres onvoldoende inzicht heeft verschaft in de ontwikkeling van haar gestelde gerichtheid en haar persoonlijke beleving, gevoelens en de relatie met [naam vriendin]. Verweerder heeft het ook opmerkelijk geacht dat eiseres niet weet wat de wetten en regels over LHBTI’s in Georgië zijn, terwijl dat de reden is dat zij is gevlucht. In het kader van de problemen die eiseres heeft ervaren als gevolg van haar seksuele gerichtheid is het relaas van eiseres afhankelijk van het relaas van haar neef, [naam neef], eiser in de zaak NL21.13698 en het zijne van dat van eiseres. Verweerder heeft geconcludeerd dat de verklaringen van eiseres tegenstrijdigheden vertonen met de verklaringen van haar neef. Tot slot heeft verweerder aan eiseres tegengeworpen dat Georgië als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. Verweerder heeft de asielaanvraag daarom afgewezen als kennelijk ongegrond.
4. Eiseres kan zich niet verenigen met het bestreden besluit en voert daartoe allereerst aan dat zij het gehoor als een ondervraging heeft ervaren, waarbij zij haar onschuld diende te bewijzen. Zij heeft de manier van vragen stellen als belastend ervaren, ook omdat zij verschillende keren kort werd gehouden. Daarnaast heeft verweerder geen rekening gehouden met de omstandigheid dat eiseres het lastig vindt om te spreken over gevoelens. Eiseres betwist verder ook dat zij geen inzicht heeft verschaft in (de ontdekking van) haar gevoelens en hoe haar gedachtegang is veranderd. Verweerder heeft onvoldoende op deze verklaringen van eiseres doorgevraagd. Tot slot is verweerder onvoldoende ingegaan op de gebeurtenissen in Duitsland.
De rechtbank overweegt als volgt.
5. Tussen partijen is niet in geschil dat Georgië in zijn algemeenheid als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt, met verhoogde aandacht voor de mogelijkheid dat dit anders kan liggen als het gaat om LHBTI’s. Dat betekent dat een algemeen rechtsvermoeden bestaat dat vreemdelingen uit Georgië geen internationale bescherming nodig hebben. Het ligt daarom op de weg van eiseres om aannemelijk te maken dat Georgië voor haar vanwege haar specifieke omstandigheden niet veilig is.
6. Verweerder beoordeelt de gestelde seksuele gerichtheid van eiseres aan de hand van Werkinstructie (WI) 2019/17. De beoordeling vindt plaats aan de hand van vaste thema’s (privéleven, huidige en voorgaande relaties, contacten met homoseksuelen in het land van herkomst en in Nederland, kennis van de Nederlandse situatie, discriminatie, repressie en vervolging in het land van herkomst). Het zwaartepunt ligt bij de geloofwaardigheidsbeoordeling op de antwoorden op vragen over de eigen ervaringen en persoonlijke beleving van de vreemdeling met betrekking tot zijn seksuele gerichtheid, wat dit voor hem en zijn omgeving heeft betekend, wat de situatie is voor personen met die gerichtheid in het land van herkomst en hoe de ervaringen van de vreemdeling in het algemene beeld passen.
7. Verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het asielrelaas van eiseres conform WI 2019/17 is beoordeeld. Vooropgesteld is dat het aan de vreemdeling om zijn gestelde seksuele gerichtheid te onderbouwen, waarbij verweerder hem uitgebreid de gelegenheid geeft om daarover te verklaren. Eiseres heeft bij aanvang van zowel het gehoor
veilig land van herkomst als het aanvullend gehoor aangegeven dat zij in staat was om het gesprek te laten plaatsvinden.1 Na het gehoor heeft eiseres desgevraagd verklaard geen op- of aanmerkingen te hebben over de gehoorambtenaar of de tolk en dat zij de tolk goed had begrepen en kunnen verstaan.2 Hieruit is niet gebleken dat eiseres problemen heeft ervaren tijdens het verklaren of dat zij onvoldoende ruimte daartoe heeft gehad. Dat eiseres uitgebreid in de gelegenheid is gesteld om te verklaren, blijkt ook uit het 36 pagina’s beslaande rapport van gehoor. Daarbij is eiseres meerdere keren in de gelegenheid gesteld om haar verklaringen nader toe te lichten. Verder is eiseres in de gelegenheid gesteld om haar verklaringen door middel van de correcties en aanvulling aan te vullen of te corrigeren. Eiseres heeft ook de mogelijkheid gehad om in de zienswijze te reageren op het voornemen. Niet is gebleken dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld of dat eiseres door de wijze waarop het gehoor is verlopen in haar belangen is geschaad. Verweerder heeft het bestreden besluit daarom mogen baseren op de tijdens het gehoor afgelegde verklaringen.
8. Verweerder heeft de gestelde seksuele gerichtheid van eiseres en de daaruit volgende problemen niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Verweerder heeft zich in redelijkheid op het standpunt gesteld dat eiseres onvoldoende inzicht heeft verschaft over haar gevoelens en gedachten op het moment dat zij zich realiseerde dat zij zich aangetrokken voelde tot vrouwen. Hoewel eiseres tijdens het gehoor uitgebreide verklaringen heeft afgelegd, zien deze verklaringen met name op haar seksuele gevoelens en ervaringen met vrouwen. Aan eiseres is vervolgens gevraagd wat deze ervaringen voor haar hebben betekend. Daarop verklaart zij dat zij in shock was en verbaasd, omdat zij nooit eerder had gemerkt dat zij zin had in vrouwen.3 Met deze verklaringen geeft eiseres weinig concreet aan wat haar ervaringen voor haar persoonlijk betekend hebben. Dit terwijl zij tijdens het gehoor op meerdere manieren is bevraagd en eiseres bovendien stelt dat zij zich op achtentwintigjarige leeftijd bewust is geworden van haar gerichtheid. De stelling dat het juist te verwachten is dat je ervan schrikt als je een vrouw kust en dat fijn vindt, terwijl je dacht alleen gevoelens voor mannen te hebben, leidt niet tot een andere conclusie. Hiermee verschaft eiseres alsnog geen inzicht in de wijze waarop haar ervaringen hebben bijgedragen aan het (verdere) proces van bewustwording en haar innerlijke gedachtegang hierover.
Ook heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiseres summier en oppervlakkig heeft verklaard over haar persoonlijke leven, gevoelens en gedachtegang.
Eiseres is nog ruim tien jaar getrouwd gebleven met een man, terwijl zij zich bewust was van haar gevoelens voor vrouwen. Gelet op de duur van deze periode en haar referentiekader, mocht van eiseres worden verwacht dat zij meer inzicht kon geven in die periode dan zij heeft gedaan. Zo heeft eiseres verklaard dat zij het gewend was en dat het een makkelijk leven was.4 Zij ervaarde wel druk van haar schoonouders destijds om kinderen te krijgen.5 Over haar huwelijk heeft eiseres verklaard dat zij met een ongelukkige man leefde die vreemdging, dat zij er op een gegeven moment genoeg van had en dat zij daarom wilde scheiden.6 Hiermee geeft eiseres echter geen inzicht in hoe zij die periode persoonlijk heeft ervaren en hoe dat er uiteindelijk toe heeft geleid dat zij genoeg had van haar huwelijk en een scheiding heeft aangevraagd.
1. Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 3 en 18. 2 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 18 en 35. 3 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 13 en 14. 4 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 15 en 17. 5 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 16.
6 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 14 en 17.
In dit kader zijn ook de relaties van eiseres met vrouwen van belang en met name haar relatie met [naam vriendin]. Haar relatie met [naam vriendin] heeft immers een centrale rol gespeeld in de ontdekking van de gerichtheid van eiseres. Gelet daarop heeft verweerder het opmerkelijk kunnen achten dat eiseres de achternaam van [naam vriendin] niet kan benoemen.7 Zij heeft verder ook weinig verklaard over de persoonlijke eigenschappen van eiseres. Zo heeft eiseres verklaard dat zij het lichaam van [naam vriendin] mooi vond, dat zij dezelfde smaak en hetzelfde sterrenbeeld hadden.8 Hiermee verschaft eiseres echter geen inzicht in wat haar dan exact aantrok in [naam vriendin]. Eiseres heeft verder met betrekking tot haar relaties met vrouwen in het algemeen verklaard dat zij er het beste van maakte.9 Zij was gewend om het te verbergen.10 Verweerder mocht van eiseres verwachten dat zij diepgaander over het voorgaande zou verklaren dan zij heeft gedaan, nu dit de kern van haar relaas vormt.
De rechtbank volgt verweerder dat de verklaringen van eiseres over haar periode in Duitsland niet kunnen leiden tot de conclusie dat eiseres haar seksuele gerichtheid aannemelijk heeft gemaakt. Zij heeft weliswaar verklaard dat zij zich bevrijd voelde, omdat zij zich niet hoefde te verbergen, maar verder verschaft zij geen inzicht in haar persoonlijke ervaringen.11 Daarbij betrekt de rechtbank dat eiseres ook heeft verklaard niet te weten wat de wetten en regels over LHBTI’s in Duitsland zijn.12 Dit is door eiseres niet betwist.
Eiseres heeft evenmin betwist dat zij weinig weet van de wetten en regels over LHBTI’s in Georgië en zij heeft ook nagenoeg geen onderzoek gedaan naar LHBTI-organisaties daar.13 Dit heeft verweerder opmerkelijk kunnen achten, nu eiseres juist vanwege de situatie voor LHBTI’s in Georgië is gevlucht.
9. Met betrekking tot de door eiseres gestelde problemen als gevolg van haar seksuele gerichtheid is het relaas van eiseres afhankelijk van dat van haar neef. Eiseres heeft niet betwist dat haar verklaringen tegenstrijdigheden vertonen met die van haar neef. Zo heeft eiseres verklaard dat het ging om de verjaardag van [familielid 1], terwijl haar neef verklaart dat het de verjaardag van Georgie of [familielid 2] betrof. Ook heeft eiseres verklaard dat twee vrienden van [familielid 1] kwamen, waarna zij nog hebben gedronken en geproost, terwijl haar neef heeft verklaard dat twee vrouwen zouden komen, maar dat dit mannen bleken te zijn en de situatie daarna snel escaleerde. Verweerder heeft deze verklaringen terecht als tegenstrijdig aangemerkt. De enkele stelling dat op de verjaardag in het Georgisch werd gesproken en eiseres, dan wel haar neef, een en ander makkelijk anders kunnen hebben begrepen, is onvoldoende om tot een andere conclusie te kunnen leiden. Daarbij komt dat verweerder eveneens de verklaringen over het aantal aanwezigen bij het incident bij de supermarkt als tegenstrijdig heeft aangemerkt. Zo heeft eiseres verklaard dat zij [familielid 1] niet heeft gezien, maar dat zij vermoedt dat haar neef [familielid 1] had gezien. Haar neef heeft echter verklaard dat het niet uitmaakt wie er bij de supermarkt was. Dit doet verder afbreuk aan de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiseres. Nu eiseres en haar neef stellen hetzelfde samen te hebben meegemaakt, heeft verweerder mogen verwachten dat hun verklaringen over wat feitelijk is gebeurd met elkaar overeenkomen. Gelet hierop heeft verweerder de door eiseres gestelde problemen als gevolg van haar seksuele gerichtheid niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht.
7 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 14. 8 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 14. 9 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 17. 10 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 21. 11 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 22. 12 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 22. 13 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 21.
10. Aangezien verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de seksuele gerichtheid van eiseres niet geloofwaardig is, geldt ook voor eiseres het uitgangspunt dat Georgië als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Eiseres heeft anderszins niet aannemelijk gemaakt dat dit voor haar niet zo is. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat niet aannemelijk is gemaakt dat de (hogere) Georgische autoriteiten niet in staat of bereid zijn om eiseres te beschermen tegen voorkomende problemen, al dan niet verband houdend met haar etniciteit.
11. De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr.
N.H. de Zeeuw, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR19175593

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.