ECLI:NL:RBDHA:2022:10640

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
NL22.1008
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 februari 2022 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een Guinese vrouw, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 8 februari 2022, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, Y. Rikken, en een tolk, O. Diallo. De gemachtigde van de Staatssecretaris nam deel via Skype.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de samenhangende zaak NL22.1007, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De rechtbank heeft in die zaak uitspraak gedaan op het beroep van verzoekster, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

De beslissing van de voorzieningenrechter is dat het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier mr. S. Sari, en is op dezelfde dag bekendgemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.1008

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. D.W. Beemers),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: Y. Rikken).

Procesverloop

Bij besluit van 14 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.1007,
op 8 februari 2022 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen O. Diallo. De gemachtigde van verweerder heeft deelgenomen via Skype voor Bedrijven.

Overwegingen

Eiseres heeft de Guinese nationaliteit en is geboren op [1988] .
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.1007, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.S. Sari, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op www.rechtspraak.nl
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.