Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Inleiding
2.De procedure
- de dagvaarding van 18 december 2020, met producties 1 t/m 13;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 11;
- het tussenvonnis van 6 april 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de akte met producties 14 t/m 16 aan de zijde van Zuiderplas.
3.De feiten
De activiteiten van de Stichtingen; investering in Frankrijk
4.De vordering
rechtbank) te ondertekenen en, kort gezegd, aan de effectuering van de daarin neergelegde afspraken mee te werken, eveneens op straffe van een dwangsom;
5.De beoordeling
Toepasselijk recht
Derhalve achten wij ons niet meer gehouden aan de nakoming van de overeenkomst. (…).”. Zij hebben daarvoor als reden gegeven dat de overdracht niet binnen de overeengekomen termijn heeft plaatsgevonden en ook dat Zuiderplas niet binnen de afgesproken termijn heeft voldaan aan haar verplichting vijf procent van de koopsom als aanbetaling in depot te geven aan een Nederlandse notaris. De stelling van Zuiderplas dat de Stichtingen de koopovereenkomst 2013 nimmer hebben ontbonden, kan de rechtbank dan ook niet volgen.