ECLI:NL:RBDHA:2022:10904

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 september 2022
Publicatiedatum
21 oktober 2022
Zaaknummer
SGR 21/4409
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen rijgeschiktheidverklaring en de geldigheidsduur van het rijbewijs

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 19 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De eiser, die een gezondheidsverklaring had ingediend voor de verlenging van zijn rijbewijs, was door het CBR rijgeschikt verklaard voor een periode van drie jaar en twee maanden. Dit besluit was genomen op basis van een rapport van een keurend arts. De eiser was het niet eens met deze beslissing en had beroep ingesteld, omdat hij vond dat de termijn van rijgeschiktheid pas had moeten ingaan na de vervaldatum van zijn oude rijbewijs, en dat zijn rijbewijs voor een periode van vijf jaar had moeten worden verlengd.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de geschiktheidstermijn ingaat op het moment dat het besluit wordt genomen en niet op de vervaldatum van het oude rijbewijs. De rechtbank benadrukte dat de regelgeving dwingendrechtelijke bepalingen bevat, waardoor er geen ruimte was voor het CBR om van deze regels af te wijken. De rechtbank concludeerde dat de eiser terecht voor de maximale periode van drie jaar rijgeschikt was verklaard, en dat de verlenging van twee maanden uit coulance was verleend. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/4409

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 september 2022 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

en
de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), verweerder,
(gemachtigde: mr. Y.M. Wolvekamp).

Procesverloop

Bij besluit van 1 juni 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder eiser rijgeschikt verklaard voor een periode van drie jaar en twee maanden.
Bij besluit van 29 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 16 augustus 2022 op zitting behandeld. Eiser is naar zitting gekomen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser heeft een gezondheidsverklaring ingediend voor verlenging van zijn rijbewijs. Verweerder heeft eiser verwezen naar een keurend arts. Op basis van het rapport van de keurend arts heeft verweerder eiser rijgeschikt geacht tot en met 1 augustus 2024.

Wat heeft verweerder besloten?

2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Eiser is voor de maximale periode van drie jaar rijgeschikt geacht. Van deze termijn kan niet worden afgeweken, omdat de regelgeving dwingendrechtelijke bepalingen bevat. Uit coulance is deze periode met twee maanden verlengd. [1]

Wat vindt eiser in beroep?

3. Eiser is het niet eens met verweerder en voert aan dat zijn rijbewijs nu met drie maanden is verkort. Hij vindt dat de termijn van drie jaar in had moeten gaan na de vervaldatum van zijn oude rijbewijs op 29 oktober 2021. Ook vindt hij dat zijn rijbewijs voor een periode van vijf jaar had moeten worden verlengd en niet voor drie jaar. Hij voelt zich hierdoor benadeeld.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. De geschiktheidstermijn gaat in op het moment dat het besluit wordt genomen en niet op het moment dat het oude rijbewijs verloopt. [2] In dit geval is deze termijn uit coulance met twee maanden verlengd. Eiser heeft ongeveer zes maanden voor afloop van zijn oude rijbewijs al een gezondheidsverklaring aangevraagd. Verweerder heeft eisers aanvraag vervolgens spoedig afgehandeld. Hierdoor is eisers rijbewijs in plaats van drie jaar, twee jaar en negen maanden geldig. Eiser heeft aangegeven dat hij zich hierdoor benadeeld voelt, maar de rechtbank is van oordeel dat verweerder terecht de geschiktheidstermijn van drie jaar direct - op het moment dat het besluit is genomen – heeft laten ingaan. [3] De regelgeving die van toepassing is op de situatie van eiser bevat immers dwingendrechtelijke bepalingen. Dit betekent dat verweerder geen ruimte had (verder) van de regelgeving af te wijken.
4.1.
De geschiktheidstermijn die voor eiser geldt is maximaal drie jaar. [4] Het staat verweerder niet vrij om in strijd met de regelgeving af te wijken van deze periode. De rechtbank ziet in wat eiser aanvoert daarom geen reden voor een ander oordeel.
5. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, in aanwezigheid van
mr.J.R. van Veen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
19 september 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Zie artikel 25a van het Reglement rijbewijzen.
2.Zie de uitspraak van rechtbank Oost-Brabant van 21 april 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:1548.
3.Zie artikel 103, eerste lid, aanhef en onder a, van het Regelement rijbewijzen.
4.Zie paragraaf 7.3.1.1 van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid 2000.