ECLI:NL:RBDHA:2022:10938
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Veroordeling tot vergoeding van proceskosten na inwilliging asielaanvraag
In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 21 november 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft op 1 augustus 2022 de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd. Verzoeker heeft het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet ingetrokken, maar verzocht om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verweerder de asielaanvraag van verzoeker heeft ingewilligd terwijl het beroep nog aanhangig was, is verweerder geheel tegemoetgekomen aan het beroep van verzoeker.
Het verzoek van verzoeker om vergoeding van de proceskosten wordt als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank stelt de proceskosten vast op € 379,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De rechtbank past de wegingsfactor ‘licht’ toe, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft de beslissing genomen en verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot het genoemde bedrag. Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.