ECLI:NL:RBDHA:2022:10939
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, ingediend op 6 september 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft op 1 augustus 2022 een verweerschrift ingediend en op 9 augustus 2022 alsnog op de asielaanvraag beslist. De rechtbank heeft eiser verzocht om binnen twee weken te reageren op de inwilligende beslissing, maar eiser heeft niet gereageerd. De rechtbank concludeert hieruit dat het beroep wordt gehandhaafd.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat de inwilligende beslissing van verweerder het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet meer relevant maakt, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard.
Daarnaast heeft de rechtbank op grond van artikel 8:75 van de Awb verweerder veroordeeld in de proceskosten, aangezien verweerder zich niet verzet tegen deze veroordeling. De proceskosten worden vastgesteld op € 379,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.