Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[Naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 oktober 2022 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.I.T. Sopacua, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, op 27 mei 2022 buiten behandeling gesteld. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 23 juni 2022 in Middelburg, waar verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, C. Lamnadi. Verweerder was niet verschenen, ondanks een voorafgaand bericht. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak ook verwezen naar een eerdere uitspraak in een aanverwante zaak (NL22.9917), waarin op het beroep van verzoeker is beslist. Aangezien er in die zaak al een uitspraak is gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing, conform artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000.