ECLI:NL:RBDHA:2022:11291
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot oplegging van een dwangakkoord in faillissementszaak
In deze zaak heeft de heer [naam01] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan zijn schuldeiser ABN AMRO N.V. De heer [naam01] verkeert in een problematische schuldensituatie met een totale schuldenlast van € 204.634,99, waarvan € 113.916,92 aan ABN AMRO. Ondanks zijn inspanningen om een schuldregeling te treffen, heeft ABN AMRO geweigerd in te stemmen met het voorstel. De rechtbank heeft op 31 oktober 2022 geoordeeld dat het verzoek van de heer [naam01] tot oplegging van een dwangakkoord toewijsbaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling correct is uitgevoerd door de gemeente Delft en dat het voorstel goed gedocumenteerd is. De rechtbank heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de weigering van ABN AMRO om in te stemmen met de regeling onredelijk is, gezien het feit dat de meerderheid van de andere schuldeisers wel akkoord is gegaan. De rechtbank heeft ABN AMRO opgedragen in te stemmen met de schuldregeling en het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen, omdat dit niet langer relevant was na de toewijzing van het dwangakkoord.