Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.13118
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.H.R. de Boer), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovacs).
Bij besluit van 19 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 8 maart 2022 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Ook aanwezig was [A] , de voorzitter van LGBT Asylum Support. Als tolk is verschenen R. Kamermans. Verweerder heeft zich via een beeldverbinding laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
1. Eiser heeft de Kameroense nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1997.
2. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij homoseksueel is. In december 2015 is hij tijdens een verjaardagsfeestje in een snackbar al zoenend betrapt met een andere jongen in de toiletten. Als gevolg hiervan zijn zij mishandeld. Eiser wist echter te ontkomen, maar hoorde naderhand dat hij gezocht werd door de politie. Naar aanleiding hiervan dook eiser, na een kort bezoek aan het ziekenhuis, op verschillende adressen onder. Daar werd hij ook bedreigd door zijn familie. Eiser heeft verder ook problemen ondervonden met Kameroense politieagenten. Hij is in 2014 namelijk drie keer seksueel misbruikt door Kameroense politieagenten. Als gevolg van de voorgaande gebeurtenissen verliet hij uiteindelijk Kameroen op 28 januari 2016.
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Homoseksuele geaardheid en daaruit voortvloeiende problemen;
Problemen met Kameroense politieagenten.
Verweerder heeft het eerste relevante element geloofwaardig bevonden, maar het tweede en derde relevante element ongeloofwaardig. Eiser wordt niet aangemerkt als een vluchteling
in de zin van het Vluchtelingenverdrag en heeft met zijn verklaringen niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer naar Kameroen een reëel risico loopt op schending van artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Daarom heeft verweerder de aanvraag op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet (Vw) afgewezen als ongegrond.
Zorgvuldigheid en werkinstructie 2019/17
4. Eiser voert aan dat verweerder in de besluitvorming niet zorgvuldig en in strijd met de Werkinstructie 2019/17 (de werkinstructie) heeft gehandeld. In beroep heeft eiser ter onderbouwing een rapport van LGBT Asylum Support overgelegd van 22 december 2021 waarin ook verschillende punten worden genoemd waarin verweerder niet zorgvuldig en in strijd met de werkinstructie zou hebben gehandeld. Verweerder heeft hier in het verweerschrift van 6 maart 2022 en ter zitting op gereageerd. De rechtbank zal de punten die zijn aangevoerd in de gronden van beroep en het rapport van LGBT Asylum Support hieronder gezamenlijk bespreken.
5. Eiser voert aan dat verweerder een onjuist referentiekader heeft gehanteerd. Uit het bestreden besluit blijkt niet op welke wijze door verweerder rekening is gehouden met de beperkingen die zijn genoemd in het medische advies inzake horen en beslissen. Eiser is seksueel misbruikt en heeft psychische klachten. Juist ook rekening houdend met het referentiekader van eiser, kan ook niet worden volgehouden dat hij “vaag” heeft verklaard over zijn seksuele identiteit, zijn relaties met mannen en zijn aantrekkingskracht tot mannen. Eiser is introvert en heeft aangegeven dat hij het niet gemakkelijk vindt om in een formele setting over zijn homoseksualiteit te praten en dat hij zich voornamelijk bij het aanvullende gehoor niet op zijn gemak voelde en hij de vragen niet altijd goed begreep. Voor wat betreft de gedetailleerdheid vraagt eiser zich ook af hoe hoog de lat door verweerder wordt
gelegd. Ook heeft verweerder onvoldoende rekening gehouden met eisers land van herkomst. Verder verwijst eiser naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Den Bosch, van 29 juli 20211, waarin onder meer wordt gesteld dat (zelfs) een hogere opleiding nog niet betekent dat een vreemdeling diepgaandere verklaringen zou moeten kunnen afleggen. Verder blijkt uit de uitspraak dat de staatssecretaris het de vreemdeling, die verklaart dat hij met niemand over zijn geaardheid en gevoelens kon praten, heel moeilijk maakt door te verwachten dat hij diepgaande gedachten en gevoelens heeft en deze ook aan een hoormedewerker kan overbrengen.