Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 24 februari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
Gronden beroep
(VIS-verordening) [1] niet dat de zorgvuldigheid van de bevraging vaststaat. Bij de zoekactie van de bevraging staat namelijk uitsluitend dat het is gedaan op biometrie, maar niet duidelijk is op basis van welke biometrische gegevens de bevraging heeft plaatsgevonden. Dit maakt het voor eiser niet inzichtelijk en controleerbaar. Daarnaast is bevraging 2 gebrekkig omdat er geen verdere details en ook niet diverse gegevens als bedoeld in artikel 22 van de VIS-verordening zijn ingevuld. Dit maakt dat de Franse autoriteiten hun registratieverplichting niet nakomen waardoor de betrouwbaarheid in het geding is. Gelet hierop heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd waarom moet worden uitgegaan van de bevragingen. Ook meent eiser dat het op de weg van verweerder ligt om de extra nationaliteit van eiser aannemelijk te maken. Temeer daar een dubbele nationaliteit een uitzondering is en de Syrische identiteit en nationaliteit niet wordt betwist, aldus eiser.
Oordeel van de rechtbank
Conclusie