Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Horecaondernemer 1]te [plaats 1] ,
handelend onder de naam
[Handelsnaam 1],
[Horecaondernemer 2]te [plaats 2] ,
[Horecaondernemer 3]te [plaats 3] ,
[Horecaondernemer 4]te [plaats 4] ,
[Horecaondernemer 5]te [plaats 5] ,
[Horecaondernemer 6]te [plaats 6] ,
handelend onder de naam
[Horecaondernemer 6],
[Horecaondernemer 7]te [plaats 7] ,
handelend onder de naam
[Handelsnaam 3],
[Horecaondernemer 8]te [plaats 8] ,
1.De procedure
- het vonnis van 6 april 2022 en de daarin genoemde stukken,
- de nadere akte, tevens intrekking provisionele vorderingen en eiswijziging van Horeca Nederland van 18 mei 2022, met producties,
- de antwoordconclusie na tussenvonnis van de Staat van 20 juli 2022,
- de brief van Horeca Nederland aan de rechtbank van 19 september 2022.
2.De feiten
De coronamaatregelen
- binnen en buiten anderhalve meter afstand houden;
- in binnenruimtes maximaal 100 personen (exclusief personeel) met vaste zitplaatsen,
- in buitenruimtes maximaal 250 personen (exclusief personeel), tenzij vooraf gereserveerd en gezondheidscheck, dan geen maximum;
- in de horeca steeds vaste zitplaatsen;
- in doorstroomlocaties gold geen maximum;
- mondkapjesplicht in het openbaar vervoer.
lockdownmet onder meer de sluiting van eet- en drinkgelegenheden (anders dan voor het afhalen van maaltijden). Hotels en eet- en drinkgelegenheden in hotels bleven open voor hotelgasten. Winkels moesten uiterlijk om 20:00 uur sluiten, de meeste evenementen waren verboden en sporten was alleen beperkt mogelijk.
lockdownin met onder meer volledige sluiting van (fysiek) onderwijs, sluiting van publiek toegankelijke locaties waaronder niet-essentiële winkels , markten, casino’s, sauna’s, theaters en dierenparken, een verbod op het uitoefenen van contactberoepen en sluiting van binnensportlocaties. Groepsvorming op openbare plekken werd beperkt tot twee personen en de eet- en drinkgelegenheden in hotels (met inbegrip van roomservice) werden gesloten en vielen onder dezelfde regels als andere eet- en drinkgelegenheden. Afhalen bleef mogelijk.
entertainmentzoals
liveoptredens en harde muziek, discotheken en nachtclubs sluiten (geen uitzondering meer op de anderhalvemeterregel met coronatoegangsbewijs), horeca sluit tussen middernacht en 6:00 uur met binnen verplichte vaste zitplaatsen op anderhalve meter en buiten mogen gasten dichter bij elkaar zitten als er schermen tussen hen staan. Ook voor evenementen, culturele locaties, professionele sportwedstrijden en sport- en jeugdactiviteiten werden de regels voor publiek aangescherpt. Deze maatregelen zijn verlengd tot 25 september 2021.
lockdowningesteld en werd de kerstvakantie met een week werd verlengd vanwege de sluiting van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs vanaf 20 december 2021 en de buitenschoolse opvang vanaf 21 december 2021. Onderdeel van de
lockdownwas onder meer een groepsvormingsverbod, een evenementenverbod en sluiting van niet-essentiële winkels , niet medische contactberoepen, kunst- en cultuurlocaties, horeca en sportlocaties. Afhalen en bezorgen bleef mogelijk.
Bij een verwacht omzetverlies van 20% of meer kon een tegemoetkoming worden aangevraagd. Bij een omzetdaling van 100% werd aanvankelijk maximaal 90% vergoed, gerelateerd aan de loonsom van januari 2020. Dat maximumpercentage is later afgebouwd. De berekening van de in aanmerking te nemen loonkosten is enigszins aangepast en de forfaitaire opslag voor de werkgeverslasten is verhoogd.
bed & breakfastmet vier kamers, een restaurant voor koffie, ontbijt, lunch, borrel, feesten en vergaderingen in [plaats 11] . Het opende (na uitgebreide voorbereidingen en een verbouwing) op 1 juni 2020.
3.Het geschil
in het incident op grond van art. 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
in de hoofdzaak
4.De beoordeling
Aanhouding?
égalité devant les charges publiques’(hierna: het égalitébeginsel) en artikel 1 van het Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 20 maart 1952, ook wel het Eerste Protocol (hierna: EP) verplicht is om aan horecaondernemers het nadeel dat zij ondervinden door die maatregelen te compenseren en dat zij daaraan niet heeft voldaan. Dat betwist de Staat.
binneneen (beperkte) getroffen groep te compenseren.
swillvervoederde en aanspraak maakte op nadeelcompensatie vanwege een verbod op voeren met
swillom verspreiding van een besmettelijke varkensziekte tegen te gaan, vergeleken met de positie van andere varkenshouders die ook (deels) met
swillvoederden. Zij werden alle (beoogd)
getroffendoor het verbod op voederen met
swill, maar zij hadden door een andere bedrijfsvoering daarvan minder last en gingen niet failliet. En in het arrest Harrida [7] werd de positie van een (kleine) importeur gespecialiseerd in uitsluitend rundvlees uit (Noord-)Ierland die werd getroffen door een verbod op de invoer en verhandeling van rundvlees uit het Verenigd Koninkrijk in verband met het risico op de ziekte van Creutzfelt-Jacob vergeleken met die van andere ondernemers die ook rundvlees uit het Verenigd Koninkrijk importeerden en dit door het verbod eveneens niet meer konden doen.
fair balance’, dat wil zeggen een redelijk evenwicht, tussen de eisen van het algemeen belang en de bescherming van de fundamentele rechten van het individu. Daaraan is niet voldaan als de maatregel een individuele en buitensporige last (‘
individual and excessive burden’) meebrengt voor de betrokken persoon. Of sprake is van een individuele en buitensporige last is een niet wezenlijk andere toets dan de toets of sprake is van onevenredig nadeel in de zin van een beroep op het égalitébeginsel. Wat door Horeca Nederland is aangevoerd, rechtvaardigt ook niet de conclusie dat de Staat met coronamaatregelen (en de daarbij verleende steun) de eisen van de
fair balanceniet in acht heeft genomen en op die grond aansprakelijk is.
- alle documentatie die ten grondslag ligt aan of in de afweging is betrokken met betrekking tot de door de Staat in verband met de pandemie genomen maatregelen ten aanzien van de horeca in de periode vanaf maart 2020;
- alle correspondentie tussen (i) de Staat en het RIVM, (ii) de Staat en het OMT, (iii) de Staat en de GGD’en over de pandemie in relatie tot de horeca, in de periode vanaf maart 2020;
- stukken waarop de informatie die is neergelegd in de kamerbrief van Minister [Naam 2] van 13 oktober 2020 is gebaseerd.
dat dit onrechtmatig handelen onder meer erin is gelegen dat de Staat kort gezegd de jegens de horeca genomen maatregelen niet of niet onvoldoende zorgvuldig heeft onderbouwd’. Om dat ‘
nader te kunnen bewijzen is het noodzakelijk dat de horecaondernemers inzicht krijgen in de informatie die de Staat ten grondslag heeft gelegd aan (zijn onderbouwing van) de maatregelen’. Daarbij staat ook (onder 277 van de dagvaarding) dat de vordering is ingesteld zowel door KHN als door de acht horecaondernemers. De rechtbank begrijpt dit zo, dat KHN deze incidentele vordering niet (ook) op de voet van 3:305a BW heeft ingesteld, maar voor zichzelf als vereniging die de belangen van de horecasector behartigt en voor de acht horecaondernemers voor wie hij in deze zaak als lasthebber optreedt.
- € 4.200,00 griffierecht en
- € 13.996,50 (dat is 3,5 punt volgens tarief VIII (€ 3.999,00) van het liquidatietarief civiel) voor het salaris van de advocaat.
- het griffierecht dat de Staat betaalde en het salaris voor de conclusie van antwoord, samen € 8.199,00, moet worden voldaan door Horeca Nederland in haar hoedanigheid van lasthebber en eiser in de collectieve actie,
- het salaris voor de tot de vragen rond de ontvankelijkheid in de collectieve actie beperkte online (regie)zitting van 15 maart 2022, dat is € 1.999,50, door Horeca Nederland moet worden voldaan als eiser in de collectieve actie,
- het salaris voor de antwoordconclusie na het vonnis van 6 april 2022 en de mondelinge behandeling op 28 september 202, dat is € 7.998,00, door Horeca Nederland moet worden voldaan als lasthebber van de acht horecaondernemingen.