ECLI:NL:RBDHA:2022:11490

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 oktober 2022
Publicatiedatum
4 november 2022
Zaaknummer
C/09/636520 / JE RK 22-2119
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van meerdere minderjarigen vanwege acute veiligheidszorgen en opvoedvaardigheden van de ouders

Op 20 oktober 2022 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de uithuisplaatsing van twaalf minderjarigen. De zaak kwam voort uit ernstige zorgen over de veiligheid en de opvoedomgeving van de kinderen, die werden geuit door verschillende onafhankelijke bronnen. De ouders, die met twaalf kinderen in een kleine woning wonen, hebben moeite om in te spelen op de individuele behoeften van de kinderen, die zich in verschillende ontwikkelingsfasen bevinden. Dit heeft geleid tot zorgen over de opvoedvaardigheden van de ouders en de ontwikkeling van de kinderen, waarbij sommige kinderen achterlopen in hun ontwikkeling.

De kinderrechter heeft op basis van de ingediende verzoeken en de aanwezige signalen besloten om een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen. De kinderen zijn tijdelijk uit huis geplaatst in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, met als doel hun veiligheid te waarborgen en de opvoedcapaciteiten van de ouders te evalueren. De ouders hebben verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing, waarbij zij de beschuldigingen van mishandeling en uitbuiting ontkenden en stelden dat de zorgen voortkomen uit culturele misverstanden in de buurt. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de zorgen over de acute veiligheid van de kinderen en de opvoedvaardigheden van de ouders voldoende zijn om de uithuisplaatsing te rechtvaardigen.

De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van vier maanden, met de mogelijkheid om de situatie na deze periode opnieuw te evalueren. De ouders zijn aangemoedigd om samen te werken met de hulpverlening en de opvoedbehoeften van de kinderen in kaart te brengen, zodat er gekeken kan worden naar de mogelijkheden voor terugplaatsing in de toekomst.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/636520 / JE RK 22-2119
Datum uitspraak: 20 oktober 2022

Beschikking van de kinderrechter

Machtiging tot uithuisplaatsing

in de zaak naar aanleiding van het op 12 oktober 2022 ingekomen verzoekschrift van:

William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:
-
[minderjarige 1]geboren op [geboortedag 1] 2005 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
-
[minderjarige 2], geboren op [geboortedag 2] 2008 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 2] ;
-
[minderjarige 3], geboren op [geboortedag 3] 2009 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 3] ;
-
[minderjarige 4], geboren op [geboortedag 4] 2012 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 4] ;
-
[minderjarige 5], geboren op [geboortedag 5] 2013 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 5] ;
-
[minderjarige 6], geboren op [geboortedag 6] 2015 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 6] ;
-
[minderjarige 7]geboren op [geboortedag 7] 2016 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 7] ;
-
[minderjarige 8]geboren op [geboortedag 8] 2016 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 8] ;
-
[minderjarige 9], geboren op [geboortedag 9] 2018 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 9] ;
-
[minderjarige 10], geboren op [geboortedag 10] 2018 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 10] ;
-
[minderjarige 11]geboren op [geboortedag 11] 2019 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 11] ;
-
[minderjarige 12]geboren op [geboortedag 12] 2019 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 12] ,
hierna tezamen te noemen: de kinderen.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man]

hierna te noemen: de vader,

[de vrouw 1]

hierna te noemen: moeder [de vrouw 1] ,
en

[de vrouw 2]

hierna te noemen: moeder [de vrouw 2] ,
hierna tezamen te noemen: de ouders,
allen wonende te [woonplaats]
allen bijgestaan door advocaat: mr. R.A.M. Kamphuis-Jansen van Rosendaal te Leiden.

Het procesverloop

Bij beschikking van 12 oktober 2022 van de kinderrechter in deze rechtbank is een spoedmachtiging verleend om [minderjarige 1] , [minderjarige 2] , [minderjarige 3] , [minderjarige 4] , [minderjarige 5] , [minderjarige 6] , [minderjarige 7] , [minderjarige 8] , [minderjarige 9] , [minderjarige 10] , [minderjarige 11] en [minderjarige 12] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder van 12 oktober 2022 tot 24 oktober 2022. Het verzoek is voor het overige aangehouden tot deze mondelinge behandeling ter zitting.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder thans ook:
- voornoemde beschikking d.d. 12 oktober 2022;
- de nagezonden stukken van de gecertificeerde instelling d.d. 19 oktober 2022.
Ter zitting heeft de gecertificeerde instelling een aanvullend stuk overgelegd, dat aan het dossier is toegevoegd.
Op 20 oktober 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- de heer [vertegenwoordiger van de GI 1] en mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 2] namens de gecertificeerde instelling;
- de ouders, bijgestaan door hun advocaat;
- de [tolk] Afghaans Pastho.
Voorafgaand aan de zitting zijn [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] afzonderlijk door de kinderrechter in raadkamer gehoord.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot machtiging om de kinderen gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Er zijn ernstige zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen. Er is sprake van een langdurig patroon waarbij het de ouders onvoldoende lukt om in te spelen op de individuele behoeften van de kinderen. Daarnaast lukt het de ouders niet om voldoende toezicht te houden op de kinderen. Hierdoor brengen de kinderen zichzelf in gevaarlijke situaties, laten zij ongewenst gedrag zien en komen zij in aanraking met de politie. De ouders wonen met twaalf kinderen in een kleine eengezinswoning. De kinderen krijgen binnen het gezinssysteem onvoldoende rust, stabiliteit en ruimte om toe te komen aan hun individuele ontwikkelingstaken. Zij lopen als gevolg daarvan klem in hun ontwikkeling. Dit uit zich in druk en opstandig gedrag, waardoor er ruim 22 meldingen zijn binnengekomen bij Veilig Thuis. Verder zijn er ernstige zorgen over de acute veiligheid van de kinderen. Er zijn verschillende signalen en gegronde aanwijzingen voor fysieke mishandeling en financiële uitbuiting door de ouders. [minderjarige 1] heeft verklaard over fysieke mishandelingen en [minderjarige 5] heeft zich hierover uitgelaten op school. De meerderjarige dochter [de vrouw 2] is eerder van huis weggelopen en heeft melding gedaan van seksueel misbruik door de vader. Ook zij heeft verklaard over fysieke mishandelingen.. Sinds 6 mei 2022 staan de kinderen onder toezicht. De gecertificeerde instelling heeft echter pas vanaf september 2022 uitvoering kunnen geven aan de ondertoezichtstelling, omdat het gezin op 29 april 2022 naar Afghanistan is gereisd en daar maanden heeft verbleven. Vanaf september 2022 is er intensieve hulpverlening – in de vorm van 18 uur dagelijkse begeleiding vanuit YouTurn – ingezet om de veiligheid van de kinderen te waarborgen en de opvoedcapaciteiten van de ouders in balans te brengen. Dit heeft er echter niet toe geleid dat de zorgen zijn verminderd. Aangezien er grote zorgen waren over de acute veiligheid van de kinderen en er vrees was dat het gezin weer naar Afghanistan zou afreizen als de ouders hoorden over het verzoek tot de machtiging uithuisplaatsing, is een spoedmachtiging uithuisplaatsing verzocht en toegewezen. [minderjarige 1] verblijft sindsdien op een crisisplek van Cardea en de andere kinderen verblijven met hun begeleiders van YouTurn op een geheime locatie. Er wordt gezien dat de kinderen baat hebben bij de structuur die hen daar geboden wordt. De kinderen laten daarbij een verbetering zien in het drukke en opstandige gedrag. Wel zijn er zorgen over de gebeurtenissen die de kinderen hebben meegemaakt. Zij vertonen gedrag dat mogelijk wijst op trauma. De kinderen komen onder meer onrustig in slaap, hebben nachtmerries en hangen erg aan de begeleiders. De kinderen laten veel lichamelijke spanning zien als er wordt gesproken over de thuissituatie en maken de indruk sociaal wenselijke antwoorden te geven. Ook zijn er wederom uitspraken door de kinderen gedaan over een geheimpje dat zij niet mochten delen, fysiek geweld en seksueel misbruik en zijn er signalen dat de kinderen worden blootgesteld aan volwassenproblematiek. Gelet op het bovenstaande kan de gecertificeerde instelling niet instaan voor de acute veiligheid van de kinderen in de thuissituatie bij de ouders. Daarnaast blijft er gegronde vrees bestaan dat het gezin naar Afghanistan vertrekt als de kinderen nu terug naar huis gaan. Daarom wordt verzocht om de kinderen tot het einde van de ondertoezichtstelling, te weten tot 6 mei 2023, uit huis te plaatsen. De komende tijd moet onderzocht worden of de kinderen kampen met trauma. Het is voor het uitvoeren van een dergelijk onderzoek wel van belang dat de situatie gestabiliseerd is. De gecertificeerde instelling heeft naar voren gebracht dat er een goede samenwerking is met de gemeente. Met de gemeente is ervoor gezorgd dat er een plek is waar de kinderen samen met hun begeleiders kunnen wonen. De gecertificeerde instelling hoopt met de te verrichten diagnostiek inzicht te krijgen in de specifieke opvoedbehoeften van de kinderen, zodat deze kunnen worden bezien in relatie tot de opvoedcapaciteiten van de ouders. De komende tijd moet tevens gekeken worden hoe de schoolgang van de kinderen invulling kan krijgen. Daar is op dit moment nog niet in voorzien. Verder dient er aandacht te zijn voor het contact tussen de ouders en de kinderen.
De ouders hebben, mede bij monde van hun advocaat, verweer gevoerd tegen het verzochte. Daartoe hebben de ouders aangevoerd dat de beschuldigingen over de vader onjuist zijn. Over de meldingen bij Veilig Thuis merken de ouders op dat deze zijn gedaan door de buurtbewoners. Het gezin wordt niet geaccepteerd in de buurt, vanwege het grote cultuurverschil. De ouders benadrukken dat er geen sprake is van fysieke mishandelingen, seksueel misbruik of financiële uitbuiting. De oudste kinderen hebben dit verzonnen, omdat zij in een identiteitscrisis zitten en zich af willen zetten tegen de ouders en hun cultuur. Daarnaast wil [minderjarige 1] op deze manier weglopen van schulden door bestellingen die hij op naam van de ouders heeft gedaan. De ouders accepteren de wens van de oudste kinderen, maar geven wel aan dat de jongere kinderen daar niet de dupe van mogen worden. Er is geen noodzaak om de jongere kinderen uit huis te plaatsen. De ouders erkennen dat sommige kinderen hulp kunnen gebruiken voor hun (taal)ontwikkelingsachterstand en zij zoeken hier dan ook actief naar. Daarnaast accepteren de ouders de gedwongen hulpverlening vanuit YouTurn en hebben zij een bewindvoerder. De ouders merken op dat het verslag van YouTurn voornamelijk ziet op de periode van de uithuisplaatsing en niet op de periode toen de kinderen nog thuis woonden. Dat de kinderen moeite hebben met in slaap komen en nachtmerries hebben, kan verklaard worden door het gemis van de ouders. De kinderen zijn nog nooit gescheiden geweest van hun moeders. Daar komt nog bij dat ze met spoed uit huis zijn geplaatst, wat een traumatische ervaring voor hen is geweest. De ouders benadrukken tevens dat de vrees voor afreizen naar Afghanistan ongegrond is. De ouders wilden een week naar Afghanistan vertrekken voor een familiebezoek en waren door de omstandigheden daar genoodzaakt om langer te blijven. Gedurende die periode heeft de vader wekelijks contact gehad met de jeugdbeschermer. Ook hebben de ouders ervoor gezorgd dat de kinderen daar naar school gingen. De ouders hebben geen plannen om met het gezin naar Afghanistan te vertrekken, nu zij hun kinderen een goede toekomst willen bieden. Bovendien vragen de ouders zich af waarom het risico op afreizen naar Afghanistan niet wordt ondervangen door een minder zwaarwegend middel, namelijk het innemen van de paspoorten van de kinderen. De ouders zijn daartoe bereid. Ook is de vader bereid om te vertrekken uit de woning, zodat de moeders de zorg – met ondersteuning – weer op zich kunnen nemen. Over de moeders zijn immers geen zorgen geuit over fysieke mishandelingen. Hoewel de vader benadrukt dat de beschuldigingen niet kloppen, wil hij – in het belang van de kinderen – afstand van hen nemen zodat de kinderen terug naar huis kunnen. Gelet op het bovenstaande verzoeken de ouders om de machtiging uithuisplaatsing ten aanzien van de jongere kinderen – te weten de kinderen onder de twaalf jaar – af te wijzen. De kinderen van twaalf jaar en ouder hebben zelf aangegeven of zij terug naar huis willen of niet. De ouders menen dat die wens gevolgd moet worden. Voor de kinderen die niet terug willen dient er hulpverlening ingezet te worden, zodat de band met de ouders weer hersteld kan worden. De ouders menen kortom dat er per kind gekeken moet worden of er gronden bestaan voor een uithuisplaatsing.

Beoordeling

De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de in artikel 1:265b, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor een machtiging tot uithuisplaatsing aanwezig zijn.
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. Er zijn ernstige zorgen over de veiligheid en de opvoedomgeving van de kinderen. Vanuit meerdere (onafhankelijke) bronnen zijn er zorgen geuit over de acute veiligheid van de kinderen. De gecertificeerde instelling heeft voldoende signalen en gegronde aanwijzingen naar voren gebracht die maken dat op dit moment niet kan worden ingestaan voor de veiligheid van de kinderen in de thuissituatie bij de ouders. Daarnaast zijn er ook zorgen over de opvoedvaardigheden van de ouders. Het is een groot gezin dat met veel kinderen woont in een kleine woning en er is sprake van praktische en financiële problemen die zorgen voor stress. De ouders zijn onvoldoende beschikbaar om de kinderen de benodigde aandacht, structuur, toezicht en passende begrenzing te geven. Vanuit de hulpverlening wordt gezien dat het voor de ouders lastig is om tegemoet te komen aan de behoeften van alle kinderen individueel, mede vanwege de verschillende leeftijden en ontwikkelingsfasen waar de kinderen in zitten. Daarbij komt dat sommige van de kinderen achterlopen in hun ontwikkeling, waardoor zij bovengemiddelde vaardigheden vragen van hun opvoeder. Gelet op de zorgen over de acute veiligheid van de kinderen en de zorgen over de opvoedvaardigheden van de ouders, is het noodzakelijk dat de kinderen voorlopig elders verblijven. Het is belangrijk dat de komende tijd inzichtelijk wordt gemaakt welke opvoedbehoeften elk kind heeft, zodat gekeken kan worden of de ouders – eventueel met hulp – in staat zijn om in die specifieke opvoedbehoeften te voorzien. Daarnaast benadrukt de kinderrechter dat met voortvarendheid gekeken moet worden naar de schoolgang van de kinderen, nu het niet de bedoeling is dat hun ontwikkeling (verder) stagneert, en naar de mogelijkheden van contact met de ouders. De kinderrechter ziet aanleiding om het verzoek voor een kortere duur, te weten voor vier maanden, toe te wijzen en voor het overige aan te houden. Over vier maanden wordt wederom naar de situatie van de kinderen gekeken. Dan moet er meer duidelijk zijn over de specifieke opvoedbehoeften van de kinderen.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
machtigt William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering om [minderjarige 1] , [minderjarige 2] , [minderjarige 3] , [minderjarige 4] , [minderjarige 5] , [minderjarige 6] , [minderjarige 7] , [minderjarige 8] , [minderjarige 9] , [minderjarige 10] , [minderjarige 11] en [minderjarige 12] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder van 24 oktober 2022 tot 24 februari 2023;
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot een nader te bepalen zitting
gelegen vóór 24 februari 2023;
verzoekt de gecertificeerde instelling om
uiterlijk één weekvoorafgaand aan voornoemde zitting een voortgangsverslag te overleggen en haar standpunt ten aanzien van het aangehouden deel van het verzoek kenbaar te maken;
gelast de griffier tegen voormelde zitting op te roepen:
- William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering;
- de vader;
- moeder [de vrouw 1] ;
- moeder [de vrouw 2] ;
- de advocaat van de ouders: mr. R.A.M. Kamphuis-Jansen van Rosendaal te Leiden;
- [minderjarige 1] voor het kindgesprek;
- [minderjarige 2] voor het kindgesprek;
- [minderjarige 3] voor het kindgesprek.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2022 door mr. R. van Zeijst-Repelaer van Driel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Dreef als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 3 november 2022.
Voor zover in deze beschikking eindbeslissingen staan, kan hoger beroep tegen deze beschikking worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.