ECLI:NL:RBDHA:2022:11542
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens niet verschijnen bij gehoor
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was verweerder in deze zaak. Eiser had op 18 augustus 2022 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris buiten behandeling gesteld omdat eiser niet was verschenen bij de gehoorprocedures op 4 mei 2022 en 2 augustus 2022. Eiser had de mogelijkheid gekregen om binnen twee weken uitleg te geven voor zijn afwezigheid, maar heeft hier geen gebruik van gemaakt. Tijdens de zitting op 28 oktober 2022, waar eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, heeft de rechtbank de zaak behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat niet in geschil was dat eiser zonder opgaaf van redenen niet was verschenen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht de asielaanvraag buiten behandeling had gesteld op basis van artikel 30c van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.