ECLI:NL:RBDHA:2022:11552

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 april 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
NL21.9699 en NL21.5378
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vrijstelling griffierecht en uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vreemdelingenwet voor transgender met psychische problematiek

In deze zaak heeft eiseres, een burger van Bosnië-Herzegovina, verzocht om vrijstelling van het griffierecht en om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres heeft in het verleden asiel aangevraagd, maar haar aanvraag werd afgewezen. De rechtbank heeft eerder een beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Eiseres heeft psychische problemen, waaronder een posttraumatische stresstoornis en genderdysforie, en is onder behandeling. De rechtbank oordeelt dat eiseres voldoende heeft aangetoond dat zij voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van het griffierecht. De rechtbank heeft ook de afwijzing van het verzoek om uitstel van vertrek beoordeeld. Verweerder heeft zich gebaseerd op adviezen van het Bureau Medische Advisering (BMA), waarin wordt gesteld dat de noodzakelijke medische behandeling in Bosnië-Herzegovina aanwezig is. Eiseres betwist dit en stelt dat de benodigde zorg niet beschikbaar is. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat de noodzakelijke zorg in Bosnië-Herzegovina aanwezig is en dat de BMA-adviezen niet volledig zijn. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.518,-.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.9699 en NL21.5378
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [eiseres], eiseres
V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. B.A. Palm),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
In het besluit van 8 april 2021 (primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser van 6 januari 2021 tot het verlenen van uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) afgewezen.
In het besluit van 21 mei 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL21.5378, op 23 februari 2022 op zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde.
Verweerder is, met bericht van verhindering, niet verschenen.
Overwegingen
1. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van de verplichting tot het betalen van het verschuldigde griffierecht. Eiseres heeft voldoende aangetoond dat zij voldoet aan de voorwaarden voor deze vrijstelling. De rechtbank verleent eiseres daarom vrijstelling van de betaling van griffierecht.
2. Eiseres is burger van Bosnië-Herzegovina en is geboren op [geboortedatum] 1991.
3. Eiseres heeft op 2 februari 2017 in Nederland asiel aangevraagd. Deze aanvraag heeft verweerder afgewezen. De rechtbank heeft het hiertegen ingestelde beroep in de uitspraak van 4 maart 2019 ongegrond verklaard.1 Vervolgens heeft eiseres op 17 april 2019

1.NL17.13311

uitstel van vertrek aangevraagd op grond van artikel 64 van de Vw. Verweerder heeft deze aanvraag afgewezen en de rechtbank heeft het beroep op 7 februari 2020 ongegrond verklaard.2 Eiseres heeft op 6 januari 2021 opnieuw uitstel van vertrek aangevraagd op grond van artikel 64 van de Vw.
Standpunt verweerder en de BMA-adviezen
4. Verweerder vindt dat eiseres niet voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw in aanmerking komt. Verweerder baseert zich op het advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) van 26 februari 2021 en het aanvullend BMA-advies van 19 oktober 2021 (gezamenlijk: de BMA-adviezen).
5. Uit de BMA-adviezen volgt dat bij eiseres sprake is van psychische problematiek die bestaat uit een posttraumatische stresstoornis, een zeer ernstige recidiverende depressieve stoornis en genderdysforie. Eiseres heeft een geschiedenis van suïcidaliteit, 5 pogingen als gevolg van oplopende spanningen, waarvan bij toenemende spanningen wordt verwacht dat dit zich weer voordoet. Eiseres is onder behandeling. Ze is langdurig onder behandeling bij de huisarts en ze wordt voor haar psychische klachten behandeld door een psycholoog. Verder ondergaat zij hormoontherapie waarvoor zij de middelen cyproteronacetaat en het middel estradiol neemt. Het BMA concludeert in het advies van 26 februari 2021 dat bij het uitblijven van de behandeling voor psychische klachten een medische noodsituatie op korte termijn te verwachten is en verder dat eiseres in staat is om onder de noodzakelijke begeleiding van een psychiatrisch verpleegkundige te reizen. Begeleiding is noodzakelijk vanwege het risico op automutilatie of suïcide door oplopende spanningen tijdens de reis. Uit het advies blijkt verder dat de noodzakelijke medische behandeling in Bosnië-Herzegovina aanwezig is waarbij onder meer de middelen genoemd staan die eiseres neemt in het kader van haar hormoontherapie. Naar aanleiding van het contact dat eiseres met de door het BMA aangedragen behandelaar en apotheken heeft gehad over de beschikbaarheid van de behandeling en medicijnen heeft verweerder het BMA verzocht om een aanvullend advies. In het aanvullend BMA-advies van 19 oktober 2021 concludeert het BMA dat de beschikbare behandeling in Bosnië-Herzegovina voldoende is. Bij de stichting [stichting] is psychologische behandeling beschikbaar door psychologen die transgenders kunnen begeleiden. Verder is gebleken dat het middel estradiol of het alternatief oestriol niet beschikbaar zijn. Wel is het middel cyproteronacetaat beschikbaar. De psychologische behandeling samen met het middel cyproteronacetaat zijn volgens het BMA voldoende om een medische noodsituatie op korte termijn te voorkomen.
6. Verweerder ziet geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de volledigheid en juistheid van de BMA-adviezen. Volgens verweerder valt de vraag of eiseres in Bosnië Herzegovina een geslachtsveranderende operatie kan ondergaan buiten de omvang van dit geschil. Verweerder stelt verder dat uit de website van de stichting [stichting] volgt dat eiseres daar de benodigde behandeling kan krijgen. Verweerder wijst er hierbij op dat de stichting [stichting] een seminar heeft georganiseerd over LGBT+ personen en psychotherapie. Verweerder stelt dat de omstandigheid dat het middel estradiol, oestriol en cyproteronacetaat niet beschikbaar zijn, zoals eiseres stelt, niet maakt dat een medische noodsituatie op korte termijn kan ontstaan. Uit de BMA-adviezen blijkt namelijk volgens verweerder niet dat deze middelen noodzakelijk zijn om een medische noodsituatie op korte termijn te voorkomen.

2.AWB 19/6958

Toetsingskader
7. De rechtbank stelt voorop dat als verweerder een BMA-advies aan zijn besluit ten grondslag legt hij zich ervan moet vergewissen dat dit naar wijze van totstandkoming zorgvuldig en naar inhoud inzichtelijk en concludent is.3 Als aan deze eisen is voldaan, mag verweerder bij de beoordeling van een aanvraag in principe van het BMA-advies uitgaan en zich daarop baseren. Dit is anders als er concrete aanknopingspunten aanwezig zijn om te twijfelen aan de juistheid of volledigheid van het BMA-advies. Dit is vaste rechtspraak.
Geslachtsveranderende operatie
8. Eiseres voert aan dat de voor haar noodzakelijke zorg in haar land van herkomst niet aanwezig is. Het ondergaan van een geslachtsveranderende operatie is volgens eiseres het einddoel van haar behandeling voor genderdysforie. De psychologische behandeling is er mede op gericht en de hormoontherapie is er volgens eiseres op gericht dat zij uiteindelijk deze transformatie kan ondergaan. Het ondergaan van een geslachtsveranderende operatie is echter in Bosnië-Herzegovina niet mogelijk. Ter zitting heeft eiseres er op gewezen dat het vooruitzicht dat zij bij terugkeer naar Bosnië-Herzegovina geen geslachtsveranderende operatie kan ondergaan haar veel spanning oplevert.
9. De rechtbank oordeelt dat verweerder zich onvoldoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat het ondergaan van een geslachtsveranderende operatie niet tot de voor eiseres noodzakelijke zorg behoort. Uit de BMA-adviezen volgt dat een behandeling voor de psychische problemen van eiseres noodzakelijk is om een medische noodsituatie op korte termijn te voorkomen. Genderdysforie valt onder de in de BMA-adviezen beschreven psychische problematiek waarvoor behandeling nodig is. In de BMA-adviezen wordt niet nader geconcretiseerd waaruit deze behandeling dient te bestaan en waar deze behandeling op gericht is. Het BMA gaat er niet op in of het ondergaan van een geslachtsveranderende operatie, als onderdeel van een algehele transitie, onderdeel van de behandeling is en het uiteindelijke doel daarvan. Het standpunt van verweerder dat een geslachtsveranderende operatie niet tot de behandeling behoort is daarom niet te herleiden tot de BMA-adviezen. De BMA-adviezen zijn op dit punt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende inzichtelijk. Verweerder mocht zich naar het oordeel van de rechtbank daarom niet op het standpunt stellen dat de mogelijkheid tot het ondergaan van een geslachtsveranderende operatie niet tot de behandeling behoort, of onderdeel daarvan uitmaakt zonder nadere informatie in te winnen. Dit is in strijd met de op verweerder rustende vergewisplicht. In dit kader acht de rechtbank verder van belang dat uit de BMA-adviezen blijkt dat oplopende spanningen leiden tot suïciderisico bij eiseres en dat niet is onderzocht wat het vooruitzicht dat een geslachtsoperatie in Bosnië-Herzegovina niet tot de mogelijkheden behoort in dit kader voor eiseres betekent.
Beschikbaarheid hormoonmedicatie
10. Eiseres heeft contact opgenomen met de in de BMA-adviezen aangedragen apotheken. Hierbij bleek dat een deel van de medicijnen die eiseres nodig heeft niet verkrijgbaar zijn. Het middel oestriol of een alternatief is nergens verkrijgbaar in Bosnië- Herzegovina. Het middel cyproteronacetaat is ook niet leverbaar. Eiseres voert aan dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat het niet beschikbaar zijn van
3 Op grond van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
deze medicijnen niet leidt tot een medische noodsituatie.
11. Uit de BMA-adviezen volgt dat hormoontherapie tot de behandeling van eiseres behoort. In het BMA-advies van 26 februari 2021 is onder meer opgenomen dat het middel cyproteronacetaat en estradiol beschikbaar zijn. Daaronder staat genoemd dat bovenstaande behandeling waarbij deze middelen staan genoemd voldoende zijn om een medische noodsituatie op korte termijn te voorkomen. Daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat deze medicijnen noodzakelijk zijn ter voorkoming van een medische noodsituatie. In het aanvullend BMA-advies van 19 oktober 2021 wordt enkel het middel cyproteronacetaat als noodzakelijk onderdeel van de behandeling aangemerkt voor het voorkomen van een medische noodsituatie. Het BMA motiveert in het advies van 19 oktober 2021 niet inzichtelijk en concludent waarom in tegenstelling tot wat is opgenomen in het advies van 26 februari 2021 het middel estradiol niet meer tot de voor eiseres noodzakelijke
behandeling behoort. De rechtbank gaat er vanuit dat vanwege de werking van deze medicatie, deze medicatie niet zonder enig doel aan eiseres is voorgeschreven en dat het stopzetten daarvan verstrekkende (psychische) gevolgen voor eiseres met zich mee brengt. Dit is ten onrechte niet nader onderzocht door de BMA-arts, dan wel door verweerder die hierover nader advies had moeten inwinnen. Verweerder mocht gelet op de uiteenlopende conclusies in de twee BMA-adviezen en de onvolledigheid daarvan deze adviezen niet als zodanig aan het bestreden besluit ten grondslag leggen. Verweerder heeft hiermee niet voldaan aan zijn vergewisplicht, omdat er concrete aanknopingspunten zijn voor twijfel aan de juistheid en volledigheid van het BMA-advies.
12. Ook heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank onzorgvuldig en onvoldoende gemotiveerd op het standpunt gesteld dat het middel cyproteronacetaat niet noodzakelijk is ter voorkoming van een medische noodsituatie op korte termijn. Dit middel is in het BMA-advies van 19 oktober 2021 als onderdeel van de behandeling ter voorkoming van een medische noodsituatie aangemerkt.
Beschikbaarheid psychische behandeling
13. Volgens eiseres kan zij ook de voor haar benodigde psychische behandeling niet in Bosnië-Herzegovina verkrijgen. Eiseres heeft contact opgenomen met het [naam] ziekenhuis en de stichting [stichting] . Er zijn volgens eiseres bij beiden geen artsen of psychologen beschikbaar die gekwalificeerd zijn om met transgenders te werken en eiseres de benodigde behandeling te geven. Ter zitting heeft eiseres aangevoerd dat uit de omstandigheid dat [stichting] een seminar heeft georganiseerd niet volgt dat er psychologen zijn die gekwalificeerd zijn om eiseres te behandelen.
14. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder onvoldoende onderzocht en gemotiveerd dat de voor eiseres benodigde psychische behandeling in Bosnië-Herzegovina aanwezig is. Naar aanleiding van het BMA-advies van 26 februari 2021 heeft eiseres contact opgenomen met het [naam] ziekenhuis. Hierbij bleek dat de voor haar benodigde psychologische behandeling daar niet aanwezig is. Verweerder heeft het BMA om aanvullend advies gevraagd en hierbij heeft het BMA in het advies van 19 oktober 2021 de stichting [stichting] aangedragen. Uit het bericht van de psycholoog, die werkzaam is bij de stichting [stichting] , blijkt dat deze psycholoog eiseres niet kan behandelen. Ook stelt deze psycholoog dat er in Bosnië-Herzegovina bijna niemand is die de kans heeft gehad een gespecialiseerd educatietraject voor transgenderthematiek te volgen. Naar het oordeel van de rechtbank had verweerder in dit bericht aanknopingspunt moeten zien om nader te
onderzoeken of de behandeling voor de psychische problematiek van eiseres wel bij de stichting [stichting] aanwezig is, dan wel elders in Bosnië-Herzegovina aanwezig is. In het licht van de reactie van de psycholoog van stichting [stichting] volgt naar het oordeel van de rechtbank uit de omstandigheid dat bij de stichting [stichting] een seminar is georganiseerd over de LGBT+ personen en psychotherapie niet zonder meer dat de benodigde behandeling ook bij [stichting] aanwezig is. Verweerder kon zich dan ook niet zonder nader onderzoek op het standpunt stellen dat de benodigde behandeling bij de stichting [stichting] aanwezig is.
Hoorplicht
15. Verder vindt eiseres dat zij ten onrechte niet is gehoord. Gelet op het voorgaande heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank ten onrechte op het standpunt gesteld dat kon worden afgezien van horen omdat sprake zou zijn van een kennelijk ongegrond bezwaar.
Conclusie
16. Uit wat is overwogen onder 9, 11, 12, 14 en 15 volgt dat verweerder het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig heeft voorbereid en onvoldoende draagkrachtig heeft gemotiveerd. Dit is in strijd met artikel 3:2 en artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet gelet op de aard van het gebrek geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen. Verweerder zal binnen zes weken een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken nu nader onderzoek door het BMA moet plaatsvinden alvorens een besluit kan worden genomen.
17. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank vast op € 1.518,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op om binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.518,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, rechter, in aanwezigheid van mr. R.G.A. Beijen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
06 april 2022
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. L.A. Banga R.G.A. Beijen
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [nummer]
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de
dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.