ECLI:NL:RBDHA:2022:11616
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot niet-ontvankelijkheid van aanvragen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van asielaanvragen. Verzoekers, bestaande uit twee personen met de V-nummers [naam3] en [nummer2 1], hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die hun asielaanvragen in de algemene procedure niet-ontvankelijk had verklaard. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om de rechtsgevolgen van deze besluiten op te schorten totdat op hun beroepen is beslist.
De zitting vond plaats op 28 oktober 2022 in Breda, waar verzoeker 1 en verzoekster, bijgestaan door hun gemachtigde mr. W.P.R. Peeters, aanwezig waren. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. H.J. Metselaar. Tijdens de zitting zijn ook tolken S. Khudaida en A. Dogan aanwezig geweest. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening behandeld samen met andere zaken die op dezelfde datum zijn ingediend.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op de zaken met nummers NL22.16432, NL22.16434 en NL22.16436, de beroepen van verzoekers afgehandeld. Gezien de uitkomst van deze beroepen heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens heeft hij verweerder veroordeeld in de proceskosten die verzoekers hebben gemaakt, vastgesteld op € 759, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.