ECLI:NL:RBDHA:2022:11758
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser op basis van ongeloofwaardige homoseksuele gerichtheid en betrokkenheid bij demonstratie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 september 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiser, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarna de eiser in beroep ging. De rechtbank heeft de zaak behandeld in Amsterdam, waar de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. R.J. Schenkman. Tijdens de zitting op 3 augustus 2022 werd de eiser vergezeld door een tolk in de taal Igbo. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten na het horen van de partijen.
De eiser, geboren in 1987, heeft sinds 5 mei 2019 in Nederland verbleven en heeft op 12 mei 2019 een asielaanvraag ingediend. Deze aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk was op basis van de Dublinverordening. De eiser heeft later een nieuwe asielaanvraag ingediend, waarbij hij aanvoerde dat hij homoseksueel is en dat hij problemen heeft ondervonden door zijn betrokkenheid bij een demonstratie van de Indigenous People of Biafra. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gestelde homoseksuele gerichtheid en de problemen die de eiser daarbij heeft ondervonden niet geloofwaardig zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de eiser tegenstrijdig en oppervlakkig waren, en dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de verklaringen van de eiser over zijn homoseksuele gerichtheid niet geloofwaardig zijn. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij daadwerkelijk betrokken was bij de demonstratie van de organisatie waarvoor hij zich heeft ingezet. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en de afwijzing van de asielaanvraag bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.