ECLI:NL:RBDHA:2022:11862

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 november 2022
Publicatiedatum
10 november 2022
Zaaknummer
C/09/637544 / JE RK 22-2299
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedmachtiging tot plaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 november 2022 een spoedmachtiging verleend voor de opname van de minderjarige [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Dit verzoek kwam voort uit ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige01] ernstig belemmerden. De vader van [minderjarige01] is in 2019 overleden en de moeder heeft het ouderlijk gezag. [minderjarige01] verblijft feitelijk bij AmbiQ, maar heeft zich daar herhaaldelijk onttrokken aan de zorg. De kinderrechter heeft eerder al een ondertoezichtstelling en een machtiging tot gesloten jeugdhulp verleend, maar de situatie is verslechterd. Er zijn zorgen over de veiligheid van [minderjarige01] en anderen, vooral na incidenten van weglopen en betrokkenheid bij risicovolle activiteiten zoals drugsgebruik en het voorbereiden van gewapende overvallen. De kinderrechter oordeelde dat het verhoor van de verzoeker en belanghebbenden niet kon worden afgewacht zonder onmiddellijk gevaar voor [minderjarige01]. De beslissing om de spoedmachtiging te verlenen is genomen om de veiligheid van [minderjarige01] te waarborgen en verdere escalatie te voorkomen. De behandeling van het verzoek wordt aangehouden tot een zitting op 15 november 2022.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/637544 / JE RK 22-2299
Datum uitspraak: 3 november 2022

Beschikking van de kinderrechter

Spoedmachtiging tot plaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp; spoedvoorziening

in de zaak naar aanleiding van het op 3 november 2022 ingekomen verzoekschrift van:

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:
- [minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2007 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] ,
advocaat: mr. J. Gravesteijn, gevestigd te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[de vrouw01] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift met bijlage(n);
  • de instemmingsverklaring d.d. 3 november 2022 van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 6.1.3, derde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop niet kort tevoren heeft onderzocht, nu dit onderzoek feitelijk onmogelijk was;

Feiten

  • De vader van [minderjarige01] , [de man01] , is in 2019 overleden.
  • De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige01] .
  • [minderjarige01] verblijft feitelijk bij AmbiQ te [verblijfplaats01] .
  • De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 22 september 2022 de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] verlengd van 4 oktober 2022 tot 4 oktober 2023. Daarnaast heeft de kinderrechter een machtiging verleend om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven van 4 oktober 2022 tot 4 oktober 2023 en aansluitend om [minderjarige01] dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder van 4 oktober 2022 tot 4 oktober 2023, en bepaald dat de machtiging gesloten jeugdhulp vervalt met ingang van de datum dat van de aansluitende machtiging gebruik wordt gemaakt.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige01] toe te voegen.

Verzoek

Het verzoek strekt tot het verlenen van een spoedmachtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met toepassing van het bepaalde in artikel 800, derde lid, en artikel 809, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Beoordeling

Op grond van de informatie zoals gebleken uit het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlagen is het naar het oordeel van de kinderrechter dringend en onverwijld noodzakelijk [minderjarige01] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Er is sprake van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren – of een ernstig vermoeden dat daarvan sprake is. Deze problemen maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten instelling noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige01] zich aan de zorg die hij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken, zonder dat een machtiging in de zin van in artikel 6.1.2 van de Jeugdwet kan worden afgewacht.
Het verhoor van de verzoeker en de belanghebbenden kan naar het oordeel van de kinderrechter niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige01] . De reden daarvoor is dat [minderjarige01] op 7 oktober 2022 overgeplaatst zou worden van Harreveld naar AmbiQ. Op 5 oktober 2022 is [minderjarige01] weggelopen tijdens een verlofmoment waarna hij ruim 2 weken zoek was en niet bereikbaar. Uiteindelijk is hij op 16 oktober 2022 door de politie opgehaald en alsnog naar AmbiQ gebracht. Vanaf het moment dat hij op de groep aanwezig is onttrekt hij zich dagelijks. In de periode van 16 oktober 2022 tot 2 november 2022 is hij slechts twee nachten aanwezig geweest of kwam hij laat in de nacht terug. Hij heeft drank en drugs gebruikt en vertelt verhalen over het tijdens zijn periode van afwezigheid handelen in blokjes hasj, gestolen telefoons en in wapens en het voorbereiden van gewapende overvallen. Op 1 november 2022 heeft hij een meisje van de groep lastig gevallen in de trein en heeft hij haar gevolgd. [minderjarige01] is toen door de politie aangehouden en meegenomen naar het bureau. Op dit moment is [minderjarige01] weer weggelopen en is het onduidelijk waar hij verblijft. [minderjarige01] brengt zichzelf in risicovolle en strafbare situaties en de veiligheid van [minderjarige01] en anderen op de groep kan niet langer worden gewaarborgd binnen de open setting.
Het verhoor zal op hierna te melden zitting plaatsvinden.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet van 3 november 2022 tot 17 november 2022;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot de zitting van:
15 november 2022 te 13:30 uur;
gelast de griffier tegen voormelde zitting op te roepen:
  • Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland;
  • de moeder;
  • [minderjarige01] ;
  • de advocaat van [minderjarige01] , mr. J. Gravesteijn.
Deze beschikking is gegeven door mr. R. van Zeijst-Repelaer van Driel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 november 2022.
Voor zover in deze beschikking eindbeslissingen staan, kan hoger beroep tegen deze beschikking worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.