ECLI:NL:RBDHA:2022:12015

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 november 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
NL22.7861
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 12 september 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft niet gereageerd op het verzoek van de rechtbank om een verweerschrift in te dienen. Op 9 augustus 2022 heeft de verweerder de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser heeft desondanks aangegeven het beroep te handhaven. De rechtbank heeft vervolgens het voornemen geuit om uitspraak te doen zonder zitting, waar eiser mee instemde. Verweerder heeft hierop niet gereageerd, waardoor de rechtbank op basis van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak heeft gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat de verweerder met de inwilliging van de asielaanvraag volledig tegemoet is gekomen aan het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Hierdoor is er geen procesbelang meer voor eiser, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard moet worden. Daarnaast heeft de rechtbank, op basis van artikel 8:75 van de Awb, verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser. Deze kosten zijn vastgesteld op € 379,50, berekend volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de wegingsfactor ‘licht’ omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.

De rechtbank heeft in haar beslissing het beroep niet-ontvankelijk verklaard en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 379,50. Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.7861

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M. Dalloesingh),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 12 september 2021.
Verweerder is niet ingegaan op het verzoek van de rechtbank om een verweerschrift in te dienen.
Bij besluit van 9 augustus 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van eiser ingewilligd.
Desgevraagd heeft eiser medegedeeld dat hij het beroep handhaaft.
De rechtbank heeft het voornemen geuit om uitspraak te doen zonder zitting. Eiser heeft hiermee ingestemd. Verweerder heeft niet gereageerd. De rechtbank doet op grond van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Verweerder heeft inwilligend beslist op de asielaanvraag van eiser. Nu hiermee geheel tegemoet is gekomen aan het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit, zal het beroep wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk worden verklaard.
2. De rechtbank ziet in de tegemoetkoming aanleiding om op grond van artikel 8:75 van de Awb verweerder te veroordelen in de proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 379,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 0,5). De wegingsfactor ‘licht’ is van toepassing aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 379,50
(driehonderdnegenenzeventig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.