ECLI:NL:RBDHA:2022:12016

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 november 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
NL22.12731
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot vergoeding van proceskosten na intrekking asielaanvraag

In deze zaak heeft verzoekster, een asielzoeker, beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 17 september 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 2 september 2022 de asielaanvraag van verzoekster ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoekster haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek, maar verweerder heeft hierop niet gereageerd.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verweerder geheel aan het beroep van verzoekster tegemoet is gekomen door de asielaanvraag in te willigen, is het verzoek van verzoekster om proceskostenvergoeding kennelijk gegrond.

De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 379,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrechter. Dit bedrag is berekend op basis van 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 759 en een wegingsfactor van 0,5, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft de beslissing genomen en de kosten toegewezen aan verweerder, die in totaal € 379,50 aan verzoekster moet vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.12731

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J. van Veelen-de Hoop),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 17 september 2021.
Bij besluit van 2 september 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster ingewilligd.
Verzoekster heeft desgevraagd het beroep ingetrokken en daarbij verzocht verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op dat verzoek. Verweerder heeft hierop niet gereageerd.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb. Nu verweerder de asielaanvraag van verzoekster hangende een beroep tegen het niet tijdig beslissen heeft ingewilligd, is verweerder geheel aan het beroep van verzoekster tegemoetgekomen.
2. Het verzoek wordt als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrechter voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 379,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759 met een wegingsfactor 0,5). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 379,50 (driehonderdnegenenzeventig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.