ECLI:NL:RBDHA:2022:12017

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 november 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
NL22.7175 en NL22.7176
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling in proceskosten na intrekking beroep asielaanvraag

In deze zaak hebben verzoekers, [Naam 1] en [Naam 2], op 22 april 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 8 augustus 2022 alsnog op de aanvragen beslist. Na deze beslissing hebben verzoekers hun beroep ingetrokken en verzocht om verweerder in de proceskosten te veroordelen. De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid gegeven om op dit verzoek te reageren, maar verweerder heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verweerder aan verzoekers is tegemoetgekomen door alsnog een beslissing te nemen op hun asielaanvragen, wordt het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen.

De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 379,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. Dit bedrag is berekend voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in twee samenhangende zaken. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat de beroepen enkel betrekking hadden op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.7175 en NL22.7176
uitspraak van de enkelvoudige kamer op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen

[Naam 1], verzoeker

V-nummer: [Nummer 1]
[Naam 2], verzoekster
V-nummer: [Nummer 2]
hierna: verzoekers
(gemachtigde: mr. M.J.A. Rinkes),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.J. Philipse).

Procesverloop

Verzoekers hebben op 22 april 2022 beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen.
Verweerder heeft op 8 augustus 2022 op de aanvragen van verzoekers beslist.
Verzoekers hebben hierop hun beroep ingetrokken en de rechtbank verzocht om verweerder in de proceskosten te veroordelen.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren.
Verweerder heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
2. De rechtbank stelt vast dat verweerder aan verzoekers is tegemoet gekomen door hangende het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit alsnog een beslissing te nemen op hun asielaanvragen. Het verzoek wordt daarom als kennelijk gegrond toegewezen.
3. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in twee samenhangende zaken vast op € 379,50 (1 punt voor het indienen van de beroepschriften met een waarde per punt van € 759 en een wegingsfactor 0,5). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien de beroepen alleen zien op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 379,50
(driehonderdnegenenzeventig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.