Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 november 2022 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
Procesverloop
€ 102,56 van eiser teruggevorderd.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg. Eiser, die sinds 25 maart 2019 een bijstandsuitkering ontvangt, woont in een kraakpand met meerdere bewoners. De gemeente heeft op basis van de kostendelersnorm het aantal medebewoners vastgesteld en een bedrag van € 102,56 teruggevorderd van eiser, omdat hij te veel bijstand had ontvangen over de periode van 1 september 2019 tot en met 30 september 2019. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het terugvorderingsbesluit, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet voldoende heeft aangetoond dat hij bezwaar had tegen het herzieningsbesluit van 15 oktober 2019. De rechtbank concludeert dat eiser geen gronden heeft aangevoerd tegen de hoogte van het teruggevorderde bedrag en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de gemeente zouden moeten weerhouden van terugvordering. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de terugvordering van het bedrag.