ECLI:NL:RBDHA:2022:12166

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 november 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
NL22.20254
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Polen

Op 10 november 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, een voorlopige voorziening heeft gevraagd. Dit verzoek volgde op een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 7 oktober 2022, waarin de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Polen verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op zitting behandeld in Breda, waar zowel verzoeker als verweerder zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorlopige voorziening is toegewezen, wat betekent dat het bestreden besluit is geschorst. Dit houdt in dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Polen tot één week na de bekendmaking van de uitspraak op het beroep van verzoeker in een andere zaak.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 1.518. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.20254
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. A.K.E. van den Heuvel),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. P.M.W. Jans).

Procesverloop

Bij besluit van 7 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 10 november 2022 op zitting behandeld te Breda. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- treft de voorlopige voorziening dat het bestreden besluit wordt geschorst en dat verzoeker
niet mag worden overgedragen aan Polen tot één week na de bekendmaking van de
uitspraak op het beroep (zaak met nummer NL22.20253) van verzoeker;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.518
(
duizendvijfhonderdachttien euro).

Overwegingen

1. Eiser heeft verzocht om een voorlopige voorziening met het doel om het bestreden besluit te schorsen. Bij de te maken belangenafweging wordt betrokken dat de behandeling van het beroep van eiser wordt aangehouden waardoor de uiterste overdrachtstermijn mogelijk verstrijkt. De voorzieningenrechter wijst daarom bij wijze van ordemaatregel het verzoek om een voorlopige voorziening toe.
2. De voorzieningenrechter veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter vast op € 1.518 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759 en een wegingsfactor 1).
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 november 2022 door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.