Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
duizendvijfhonderdachttien euro).
Rechtbank Den Haag
Op 10 november 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, een voorlopige voorziening heeft gevraagd. Dit verzoek volgde op een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 7 oktober 2022, waarin de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Polen verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op zitting behandeld in Breda, waar zowel verzoeker als verweerder zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorlopige voorziening is toegewezen, wat betekent dat het bestreden besluit is geschorst. Dit houdt in dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Polen tot één week na de bekendmaking van de uitspraak op het beroep van verzoeker in een andere zaak.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 1.518. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.