ECLI:NL:RBDHA:2022:12194
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardigheid van het relaas van de eiser
Op 10 november 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een asielaanvraag van een eiser afkomstig uit Marokko. De rechtbank heeft de asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. De eiser had verklaard dat hij bedreigingen had ondervonden en dat hij biseksueel is, maar de rechtbank oordeelde dat zijn verklaringen vol tegenstrijdigheden en vaagheden zaten. De eiser had niet specifiek gereageerd op de bezwaren van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de afwijzing van de asielaanvraag had gemotiveerd. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet had aangetoond hoe zijn gedrogeerde pubertijd zijn verklaringen had beïnvloed, en concludeerde dat het relaas van de eiser ongeloofwaardig was.
De rechtbank stelde vast dat Marokko in het algemeen als een veilig land van herkomst wordt beschouwd, maar dat dit niet betekent dat het ook voor de eiser veilig is. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser over de onveiligheid van Marokko niet gevolgd en oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de asielaanvraag van de eiser als kennelijk ongegrond kon worden afgewezen.
De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is bekendgemaakt op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.