ECLI:NL:RBDHA:2022:12277

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 november 2022
Publicatiedatum
18 november 2022
Zaaknummer
NL22.20009
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Bondarev, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met als reden dat er al een uitspraak was gedaan in de bodemzaak (zaaknummer NL22.20008).

De voorzieningenrechter heeft tevens de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 759. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de kosten voor rechtsbijstand door een derde beroepsmatig zijn verleend. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

De zitting vond plaats in Middelburg, waar zowel de verzoeker als de verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De uitspraak is gedaan in het openbaar, en de griffier mr. N.M.L. van der Kammen was aanwezig tijdens de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.20009
v-nummers: [Nummer 1], [Nummer 2], [Nummer 3]
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam 1], verzoeker,

mede namens zijn minderjarige kinderen:
[Naam 2]en
[Naam 3]
(gemachtigde: mr. H.E. Visscher),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A. Bondarev).

Procesverloop

Bij besluit van 5 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.20008, op 10 november 2022 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
 wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 759.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.20008, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 759 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 759 en een wegingsfactor 1).
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 november 2022 door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.