ECLI:NL:RBDHA:2022:12347
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortvarendheid in vreemdelingenrechtelijke procedures met betrekking tot Tunesische nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Tunesische vreemdeling. De eiser, die op 20 september 2022 de maatregel van bewaring opgelegd kreeg, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel eerder rechtmatig was bevonden en dat de huidige beoordeling zich richt op de rechtmatigheid van de maatregel sinds het sluiten van het eerdere onderzoek.
De eiser heeft aangevoerd dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting naar Tunesië, vooral omdat hij niet meewerkt aan de vereiste PCR-test. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat de uitzetting van de eiser is geannuleerd omdat hij weigerde mee te werken aan deze test, en dat hij daarmee niet voldoet aan zijn verplichtingen om actief mee te werken aan zijn uitzetting. De rechtbank concludeert dat de vertraging in het proces van terugkeer volledig voor rekening van de eiser komt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.