4.1.Artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wav bepaalt dat een tewerkstellingsvergunning of een gecombineerde vergunning wordt geweigerd indien voor de desbetreffende arbeidsplaats prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt aanwezig is.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank stelt voorop dat een advies van het UWV een deskundigenadvies is. Als verweerder een deskundigenadvies aan zijn besluitvorming ten grondslag legt, moet hij nagaan dat dit advies naar wijze van totstandkoming zorgvuldig en naar inhoud inzichtelijk en concludent is.Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat het advies van het UWV van 28 december 2020 naar wijze van totstandkoming zorgvuldig en naar inhoud inzichtelijk en concludent is. In het advies is uitgegaan van de functieomschrijving, het daarbij behorende takenpakket, de vereiste vooropleiding en de arbeidsovereenkomst. Naar aanleiding van onderzoek van het werkzoekenden-bestand van het UWV is gemotiveerd geconcludeerd dat er prioriteitgenietend aanbod aanwezig is op de arbeidsmarkt. Zo staan er in dit bestand 1924 kandidaten ingeschreven als werkzoekende voor een functie als die van eiseres. De stelling van de werkgever dat er geen geschikte kandidaten zijn en dat de elf kandidaten die hij via het uitzendbureau op proef had niet voldeden, is onvoldoende onderbouwd. Nu het spreken van de Poolse taal en Russische taal een vereiste is, mocht van de werkgever worden verwacht worden dat hij Pools- en Russischsprekende kandidaten in Nederland, maar ook in bijvoorbeeld Estland, Letland en Litouwen zou zoeken. Niet is aangetoond dat de werkgever dat heeft gedaan. Hetgeen eiseres heeft aangevoerd kan niet leiden tot de conclusie dat het UWV-advies onvoldoende inzichtelijk of concludent is. Verweerder heeft het advies daarom aan zijn besluitvorming ten grondslag mogen leggen.
6. Verweerder heeft, gelet op het advies van het UWV van 28 december 2020, de aanvraag terecht afgewezen nu er prioriteitgenietend aanbod aanwezig is voor de functie die eiseres vervulde bij [werkgever] . Dat eiseres voor de werkgever de ideale kandidaat is, maakt niet dat de werkgever aan het prioriteitgenietend aanbod voorbij mag gaan. Gelet op het voorgaande heeft verweerder op goede gronden geconcludeerd dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 3.31, eerste lid, van het Vb.
7. Het betoog van eiseres dat verweerder een belangenafweging had moeten maken op grond van 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, slaagt niet. Artikel 8 van de Wav is dwingendrechtelijk van aard. Dat geldt ook voor artikel 3.31 van het Vb nu de afwijzingsgrond van artikel 8 van de Wav van toepassing is. Er bestaat voor verweerder daarom geen ruimte voor een belangenafweging.
8. Het beroep is ongegrond.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.