ECLI:NL:RBDHA:2022:12398

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
C/09/584136 / HA ZA 19-1217
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen luchtvrachtvervoerders over contractuele verplichtingen en schadevergoeding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee luchtvrachtvervoerders, ASL Airlines Belgium S.A. en C.A.L. Cargo Airlines Ltd., over de uitvoering van een Block Space Agreement (BSA) en een Code Share Agreement (CSA). De rechtbank heeft op 23 november 2022 uitspraak gedaan in een zaak die begon met een dagvaarding op 22 juli 2019. ASL vorderde betaling van openstaande facturen van CAL, die in totaal $ 604.703,46, $ 646.754,25 en $ 617.121,30 bedroegen, plus wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. CAL verweerde zich door te stellen dat ASL in gebreke was gebleven met de uitvoering van de overeenkomst, onder andere door het annuleren van negen vluchten en het wijzigen van de route van drie andere vluchten. CAL vorderde in reconventie een schadevergoeding van $ 1.244.034, onder andere voor gederfde winst en extra kosten door de annuleringen.

De rechtbank oordeelde dat ASL toerekenbaar tekort was geschoten in haar verplichtingen door de annuleringen en de rerouting van de vluchten. De rechtbank wees de vorderingen van ASL grotendeels toe, maar kende ook een schadevergoeding van € 89.964 toe aan CAL voor opslagkosten van vracht die niet kon worden vervoerd. De rechtbank concludeerde dat de exoneratieclausule in de overeenkomst niet van toepassing was op de opslagkosten, maar wel op de gederfde winst. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij haar eigen kosten draagt. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/584136 / HA ZA 19-1217
Vonnis van 23 november 2022
in de zaak van
de vennootschap naar het recht van haar vestiging
ASL AIRLINES BELGIUM S.A., te Grace-Hollogne, België,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. V.R. Pool te Rotterdam,
tegen
de rechtspersoon naar Israëlisch recht
C.A.L. CARGO AIRLINES LTD, te Ben Guriun Airport, Israël,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. T.E. Booms te Amsterdam.
Partijen worden hierna ASL en CAL genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 22 juli 2019, met producties;
  • de conclusie van antwoord met producties, tevens voorwaardelijke eis in reconventie;
  • de rolbeslissing van 13 mei 2020;
  • de rolbeslissing van 17 juni 2020;
  • de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, met producties;
  • de akte bezwaar namens CAL;
  • de akte aanvullende producties namens CAL, met producties.
  • de mondelinge behandeling van 18 oktober 2022.
1.2.
Bij akte bezwaar heeft CAL bezwaar gemaakt tegen de paragrafen 2.1. tot en met 2.12 en 5.1. tot en met 5.12. van de conclusie van antwoord in reconventie omdat deze ingaan op de eis in conventie en daarom een niet toegestane conclusie van repliek in conventie zijn. De rechtbank heeft het bezwaar gehonoreerd voor wat betreft de paragrafen 2.1. tot en met 2.12. die gaan over de vordering in conventie. De paragrafen 5.1. tot en met 5.12. gaan in op de door CAL in reconventie gevorderde schadevergoeding en vormen daardoor geen conclusie van repliek.
1.3.
Van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken zijn aantekeningen gemaakt. Die maken onderdeel uit van het procesdossier.
1.4.
Tenslotte is een datum bepaald voor vonnis.

2.De feiten

2.1.
ASL is een in België gevestigde luchtvrachtvervoerder. ASL bezit twee vrachtvliegtuigen van het type Boeing 747-400. ASL maakt onderdeel uit van de ASL Aviation groep.
2.2.
CAL is een in Israël gevestigde luchtvrachtvervoerder. De vloot van CAL bestaat uit enkele vliegtuigen van het type Boeing 747-400. CAL is onderdeel van de CAL Group. CAL opereert wereldwijd en is gespecialiseerd in het vervoer van bijzondere lading.
2.3.
Op 10 mei 2017 zijn partijen een “Block Space Agreement” (hierna: BSA) overeengekomen met betrekking tot de rotatie Luik (Liege Airport/LGG) – New York (John F. Kennedy International Airport/JFK). De BSA is een opvolger van een in 2012 tussen ASL, althans haar rechtsvoorganger TNT Airways, en CAL gesloten en in 2015 verlengde overeenkomst.
2.4.
Onder de BSA kocht CAL een bepaalde hoeveelheid tonnage en vrachtruimte op de door ASL uit te voeren vluchten tussen Luik en New York en vice versa. Naast de BSA zijn partijen op 8 mei 2017 een Code Share Agreement (hierna: CSA) overeengekomen, op basis waarvan CAL de vluchten van Luik naar New York onder haar eigen vluchtnummer mocht aanbieden.
2.5.
In 2017 is tussen partijen discussie ontstaan over het aantal per week uit te voeren vluchten op de rotatie Luik - New York. Door het wegvallen van twee grote klanten was ASL voornemens het aantal rotaties terug te brengen van vijf naar drie per week.
2.6.
Partijen zijn hierover in overleg getreden en hebben op 7 februari 2018 afspraken gemaakt in een nadere overeenkomst genaamd “Settlement Agreement” (hierna: SA). Ingevolge de SA is de BSA herzien door middel van een tussen partijen gesloten overeenkomst genaamd “Commercial Block Space Agreement” (hierna: Revised BSA).
2.7.
In de SA is onder meer bepaald dat de BSA en de CSA van kracht zouden blijven tot en met 11 februari 2018, dat de Revised BSA in werking zou treden op 12 februari 2018 en van kracht zou blijven tot 15 september 2018, de dag van de laatste vlucht.
2.8.
In artikel 8 van de Revised BSA is het volgende bepaald met betrekking tot het onderwerp “Force Majeure”:
“Article 8: Force Majeure
8.1.
Any occurrence beyond the control of either party, such as strike (unless involving the personnel of the affected party), labor stoppage (unless involving the personnel of the affected party). failure of the aircraft for any reason beyond the control of ASLB and not for reasons connected thereto provided however that ASLB has endeavored its best efforts to deliver the relevant capacity to other aircraft and/or aircrafts from its fleet and such delivery was not possible, seizure, lockout, war, national emergency, acts of God, actions of any Government, increase of the oil price beyond US$I50 per barrel (as published in the Bloomberg oil (WTI) index) for a consecutive period of 2 weeks or more, will, if affecting this Agreement, be considered in this Agreement as Force Majeure.
8.2.
Upon the occurrence of an event of Force Majeure either party may give notice to the other party of the fact. Upon giving such notice, during the period that a Force Majeure situation exists, all obligations of the parties under this Agreement shall be suspended.
8.3
If a Force Majeure continues for a period of three (3) consecutive weeks or longer, then this Agreement may be terminated by either party immediately thereafter by providing notice to the other party.”
2.9.
Bij brief van 10 augustus 2018 heeft ASL aan CAL meegedeeld dat de Revised BSA en de CSA niet zullen worden verlengd en per 15 september 2018 worden beëindigd.
2.10.
ASL heeft aan CAL onder meer de volgende facturen gestuurd:
  • factuur [nummer01] van 31 juli 2018 met een bedrag van $ 604.703,46;
  • factuur [nummer02] van 29 augustus 2018 met een bedrag van $ 646.754,25;
  • factuur [nummer03] van 31 augustus 2018 met een bedrag van $ 617.121,30.
2.11.
Bij brief van 23 september 2018 heeft CAL aan ASL bericht dat gedurende de looptijd van de SA en de Revised BSA negen vluchten door ASL zijn geannuleerd en de vluchtroute van drie vluchten is veranderd, door via Shannon Airport in Ierland (SNN) te vliegen, zonder dat sprake was van “force majeure” en zonder dat er een “recovery flight” was aangeboden. Het betreft de volgende vluchten:
Datum van annulering Route
25 maart LGG-JFK
8 april LGG-JFK
6 mei LGG-JFK
5 juli LGG-JFK
12 augustus LGG-JFK
26 augustus LGG-JFK
2 september LGG-JFK
6 september LGG-JFK
8 september LGG-JFK
5 juni LGG-SNN-JFK
3 juli LGG-SNN-JFK
21 augustus LGG-SNN-JFK
CAL heeft in de brief aanspraak gemaakt op schadevergoeding tot een bedrag van
$ 1.378.476 en meegedeeld dit bedrag te zullen verrekenen met drie openstaande facturen van ASL.
2.12.
Bij brief van 2 oktober 2018 heeft ASL aansprakelijkheid van de hand gewezen en aanspraak gemaakt op betaling van de facturen [nummer02] , [nummer03] en [nummer01] .

3.Het geschil

in conventie
3.1.
ASL vordert, samengevat, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, CAL veroordeelt tot betaling aan ASL van:
- een bedrag van $ 604.703,46, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente
vanaf zeven dagen na de in productie 7 bij de dagvaarding opgenomen vervaldata, tot de dag van algehele voldoening;
- een bedrag van $ 646.754,25, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf zeven dagen na de in productie 8 bij de dagvaarding opgenomen vervaldata, tot de dag van algehele voldoening;
- een bedrag van $ 617.121,30, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf zeven dagen na de in productie 9 bij de dagvaarding opgenomen vervaldata, tot de dag van algehele voldoening;
- een bedrag van € 6.775 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
met veroordeling van CAL in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Aan deze vordering legt ASL ten grondslag dat CAL in gebreke blijft met de betaling van de facturen voor de door ASL voor CAL uitgevoerde vluchten in respectievelijk week 29-30, week 31-32 en week 33-34.
3.3.
CAL concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
CAL vordert, onder de voorwaarde dat de vordering in conventie wordt toegewezen, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, ASL veroordeelt tot betaling aan CAL van een bedrag van $ 1.244.034, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.6.
Aan deze vordering legt CAL ten grondslag dat ASL - nu zij negen vluchten heeft geannuleerd, drie vluchten heeft gererouted en voor geen enkele vlucht een
recovery planningheeft aangeboden - toerekenbaar is tekortgekomen in de nakoming van de Revised BSA. Op grond daarvan is ASL aansprakelijk voor de door CAL geleden schade, bestaande uit gederfde winst en gemaakte kosten.
3.7.
ASL concludeert tot afwijzing van de vordering.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Internationale bevoegdheid en toepasselijk recht
4.1.
De rechtbank dient haar internationale bevoegdheid te beoordelen aan de hand van de Brussel I bis-Vo [1] nu sprake is van een rechtsverhouding met internationale aspecten, de hoofdvordering is ingesteld na 10 januari 2015 en de zaak valt binnen het materieel toepassingsgebied van deze verordening. Omdat CAL geen woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, volgt uit artikel 6 Brussel I bis-Vo dat de bevoegdheid van de Nederlandse rechter wordt geregeld door het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, onverminderd onder meer de forumkeuze als bedoeld in artikel 25 Brussel I bis-Vo.
4.2.
Niet in geschil is dat in de Revised BSA en de SA een forumkeuze is opgenomen voor deze rechtbank. Deze forumkeuze voldoet aan de vereisten van artikel 25 Brussel I bis-Vo, zodat de rechtbank daaraan internationale bevoegdheid kan ontlenen.
4.3.
In de Revised BSA en de SA is Nederlands recht van toepassing verklaard op deze overeenkomsten. Daarom zal de rechtbank de vordering naar Nederlands recht beoordelen.
Zijn de factuurbedragen juist?
4.4.
Allereerst is aan de orde het verweer van CAL dat ASL te hoge factuurbedragen in rekening heeft gebracht. Hiertoe voert CAL, samengevat, aan dat de facturen ten onrechte zijn gebaseerd op de minimum tonnages die CAL heeft ingekocht onder de BSA. Hierbij werd door CAL per vlucht op het traject LGG-JFK 90.300 ton vrachtruimte ingekocht en op het traject JFK-LGG 11.400 ton. Echter op grond van de Revised BSA heeft CAL op deze trajecten minimaal respectievelijk 83.333 en 8.333 ton vrachtruimte per vlucht afgenomen, dus minder dan onder de BSA, zodat ASL haar facturen daarop had moeten baseren en lagere bedragen in rekening had moeten brengen.
4.5.
Volgens ASL zijn partijen in de Revised BSA overeengekomen dat CAL een minimumbedrag per vlucht zou betalen, ook als ze minder vracht aan ASL meegaf. De goederen werden vervoerd in speciale containers (hierna: ULD’s), met verschillende formaten (Q7, Q6 en QM), die precies in de vliegtuigen pasten en die een bepaald gewicht kunnen vervoeren. Op het traject van Luik naar New York ging het om:
  • 21 x 2.850 kg (Q7) = 59.850
  • 7 x 2.750 kg (Q6) = 19.250
  • 7 x 1.600 kg (QM) =
Totaal: 90.300 kg.
Op het traject van New York naar Luik ging het om 4 x 2.850 kg (Q7) = € 11.400 kg.
Partijen zijn dus overeengekomen dat CAL zou betalen voor minimaal respectievelijk 90.300 en 11.400 kg, aldus ASL.
4.6.
Hierover wordt het volgende overwogen. Partijen zijn het erover eens dat CAL een minimumbedrag per vlucht aan ASL zou betalen, ook als ze minder dan de minimaal overeengekomen vracht aan ASL meegaf. Wat partijen verdeeld houdt is of dit minimumbedrag moet worden berekend aan de hand van het begrip
Tonnage Location(CAL), of het begrip
Capacity Allocation(ASL). Dit is een kwestie van uitleg.
4.7.
De rechtbank stelt voorop dat voor het antwoord op de vraag hoe in een schriftelijke overeenkomst de verhouding tussen partijen is geregeld, het aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij van belang kan zijn tot welke maatschappelijk kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht (HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR: 1981:AG4158, Haviltex). Daarbij zijn telkens van beslissende betekenis alle concrete omstandigheden van het geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. In praktisch opzicht is de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van bewoordingen, alhoewel niet zonder meer beslissend, bij de uitleg van dat geschrift echter vaak wel van groot belang. De rechtbank merkt daarbij op dat de koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen gelijkwaardige, professionele, partijen en, zoals ASL onweersproken heeft aangevoerd, met juridische bijstand. Dit is een reden om aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen groot gewicht toe te kennen. Dat neemt niet weg dat de overige omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat een andere dan de taalkundige betekenis aan de bepalingen van de overeenkomst moet worden gehecht.
4.8.
Dat partijen een minimumbedrag zijn overeengekomen volgt uit de artikelen 2.1 en 2.5 van de Revised BSA, welke bepalingen, voor zover van belang, als volgt luiden:
“2.1. CAL commits to pay the price relating to the Allocated space and tonnage (as specified
in Annex A) irrespective of the CAL’s ability to provide cargo to ASLB or to fulfill
such Allocated space.
(…)
2.5.
ASLB will invoice CAL for the capacity as defined in Annex A on a weekly basis, regardless of usage. (…)”
4.9.
In beide artikelen, als ook in artikel 2.2. Revised BSA, wordt voor het bepalen van de door CAL te betalen prijs verwezen naar Annex A. In deze annex, onderdeel A1, met de titel “Agreed Capacity / Tonnage” is allereerst het aantal vluchten per week vastgesteld, namelijk drie op de rotatie Luik-New York-Luik. Vervolgens is vermeld dat CAL per vlucht van Luik naar New York 83,3 ton “capacity” heeft en per vlucht van New York naar Luik 8,33 ton. Daarna worden in onderdeel A1 de begrippen “Tonnage Allocation” en “Capacity Allocation” als volgt omschreven:
Tonnage Allocation:83,333 Kgs per flight on departure from Liege (LGG) to JFK and 8,333 Kgs per flight on departure from JFK to Liege (LGG).
Capacity Allocation: As per the following:
On Flights departing from LGG to JFK: 21 High Deck Units, IATA Q7 Configuration plus 7 Main Deck Units IATA Q6 configuration plus 7 Lower Deck Unit, IATA QM Configuration. On Flights departing from JFK to LGG: 4 Main Deck Units, IATA Q7 Configuration.”
4.10.
In onderdeel A2 zijn de volgende afspraken opgenomen over de prijzen:
“For the above listedTonnage and Capacity, CAL will be charged each week, in United States
Dollars an amount equal to (i) the Base Rate Per Kilo (as defined below) multiplied by(ii) the
weekly agreed capacity (in Kgs)as set out in paragraph A1 above each week. This price shall
be inclusive of all surcharges (see A3 below), and is subject to variation according to Fuel price
movements and over pivot charges, as stipulated under Section A3 herein. The “Base Rate Per Kilo” shall mean US$ 1,067 per Kilo.”[onderstreping Rechtbank]
4.11.
Vervolgens zijn de volgende afspraken opgenomen voor de situatie dat CAL op het traject Luik-New York meer dan 83.300 kg. of op het traject New York-Luik meer dan 8.333 kg. wil laten vervoeren:
“ASB have offered to CAL a tolerance of up to 5% tonnage (i.e a maximum per flight departure total of 87,500 Kgs), on theirTonnage Allocation, however, this additional 5% must be used within the agreedCapacity Allocation. This tolerance allows CAL to exceed their Tonnage Allocation without reference or approval from ASLB. This tolerance cannot be banked or carried to any other flight. Where CAL actually does lodge tonnage in excess of 83,300 Kgs on any given departure, ASLB will invoice CAL at a rate of US$ 0.986 per Kilo, for each Kilo over the base Kilos (, 83333 Kgs). The same offer ex JFK, i.e. 8,333p1us a tolerance of 5% (8,749) (i.e. a maximum per flight departure total of 8.749 Kgs) is also offered at a rate of US$ 0.986 per Kilo, for each Kilo over the base Kilos (8,333Kgs). Any lodgements that exceed this tolerance, and are within the allocated capacity, will need to have approval from ASLB before proceeding.”[onderstreping Rechtbank]
4.12.
Ter zitting is namens ASL onder meer verklaard dat de maximale capaciteit in kilo’s van ULD’s een standaard is in de luchtvaart en namens CAL is onder meer verklaard dat dit niet wordt weersproken. CAL heeft evenmin de door ALS berekende maximale capaciteit in kilo’s van de onder de
Allocation Capacitybedoelde ULD’s bestreden, namelijk 90.300 kg op het traject Luik-New York en 11.400 kg. op het traject New York-Luik. Die berekening houdt de rechtbank dus voor juist.
4.13.
Het voorgaande leidt de rechtbank tot de volgende uitleg van de Revised BSA.
Zowel in artikel 2.5 als in de hiervoor onder 4.10 bedoelde bepaling, wordt voor het wekelijks te factureren bedrag verwezen naar de “capacity” (en dus niet naar “tonnage”). Dit brengt mee dat het minimumbedrag moet worden berekend over de maximale capaciteit van de in de
Capacity Allocationbedoelde ULD’s van respectievelijk 90.300 en 11.400 kg, ongeacht of CAL dit aantal kilo’s vracht laat vervoeren. Uit de hiervoor onder 4.11 bedoelde bepaling volgt dat, als CAL in de - onder de
Capacity Allocationbedoelde - ULD’s feitelijk meer gewicht laat vervoeren dan de
Tonnage Allocationvan respectievelijk 83.300 en 8.333 kg., CAL dat gewicht tot 5% mag overschrijden zonder toestemming van ASL, maar dat CAL over die extra kilo’s een meerprijs per kilo verschuldigd is. Deze uitleg van de Revised BSA biedt een logische verklaring voor het feit dat in het contract zowel de
Tonnage Allocationals de
Capacity Allocationis gedefinieerd.
4.14.
De rechtbank concludeert dat ASL bij de facturen waarvan zij betaling vordert terecht is uitgegaan van de
Capacity Allocation. Dit leidt ertoe dat het verweer van CAL wordt verworpen.
4.15.
CAL heeft onweersproken aangevoerd dat zij (blijkens haar productie 7) op 17 oktober 2018 op de facturen een betaling heeft gedaan van $ 314.906,01. Dit leidt tot vermindering van de hoofdsom. Die vermindering wordt hierna berekend onder het kopje “Wettelijke handelsrente”.
Beroep op verrekening?
4.16.
Vervolgens is aan de orde het beroep van CAL op verrekening met haar vordering als bedoeld in haar voorwaardelijke vordering in reconventie.
4.17.
De rechtbank passeert het beroep op verrekening, nu de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering in conventie gedeeltelijk voor toewijzing vatbaar is.
Wettelijke handelsrente
4.18.
ASL vordert wettelijke handelsrente vanaf zeven dagen na factuurdatum, maar heeft deze vordering niet toegelicht. Nu in de Revised BSA en op de facturen is vermeld dat de facturen binnen 30 dagen na factuurdatum dienen te worden betaald, gaat de rechtbank daarvan uit.
4.19.
Uit productie 7 van CAL is niet duidelijk af te leiden welk deel van welke factuur of facturen CAL op 17 oktober 2018 beoogde te betalen. CAL heeft weliswaar aangevoerd welk deel van de drie facturen niet werd goedgekeurd, maar zij heeft het kennelijk wel goedgekeurde deel ook niet volledig betaald. Dit brengt mee dat ingevolge artikel 6:43 lid 2in samenhang met artikel 6:44 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de betaling strekt in mindering van de meest bezwarende verbintenis, dat is de factuur nr. [nummer02] van € 646.754,25, en dan in de eerste plaats in mindering van de kosten, vervolgens in mindering van de verschenen rente en ten slotte in mindering van de hoofdsom.
4.20.
Nu ASL niet heeft gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht, is CAL in beginsel geen vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. In dit geval is echter sprake van een handelsovereenkomst die op of na 16 maart 2013 is gesloten, waarbij de contractuele betalingstermijn is verstreken, zodat een bedrag van € 40 ingevolge het bepaalde in artikel 6:96 lid 4 BW toewijsbaar is, ook als geen incassowerkzaamheden zijn verricht.
4.21.
De meest bezwarende factuur nr. [nummer02] is van 29 augustus 2018, zodat deze uiterlijk 28 september 2018 diende te worden voldaan. De wettelijke handelsrente is dus gaan lopen vanaf 29 september 2018. Tot de betaaldatum 17 oktober 2018 bedraagt de wettelijke handelsrente $ 2.551,58.
4.22.
De betaling van $ 314.906,01 strekt in de eerste plaats in mindering van de kosten van € 40. Naar de koers op 17 oktober 2018 was dit (0.8695 x 40=) $ 34,78. Na vermindering met dit bedrag resteert ($ 314.906,01 -/- $ 34,78 =) € 314.871.23 en na vermindering met de verschenen rente ($ 314.871,23 -/- $ 2.551,58 =) $ 312.319,65. Dit bedrag strekt ter vermindering van de hoofdsom van $ 646.754,25, zodat resteert
($ 646.754,25 -/- $ 312.319,65 =) $ 334.424,60, over welk bedrag de wettelijke handelsrente zal worden toegewezen vanaf 17 oktober 2018.
4.23.
Met betrekking tot de overige facturen zal de wettelijke handelsrente worden toegewezen vanaf 30 dagen na factuurdatum. Dat is respectievelijk 31 augustus 2018 (factuur nr. [nummer01] ) en 1 oktober 2018 (factuur nr. [nummer03] ).
Proceskosten
4.24.
CAL zal als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De rechtbank begroot de proceskosten aan de zijde van ASL op € 12.127,01 namelijk € 99,01 aan kosten dagvaarding, € 4.030 aan griffierecht en € 7.998 aan salaris advocaat (twee punten à € 3.999, volgens tarief VIII), te vermeerderen met de gevorderde nakosten.
in reconventie
4.25.
Gelet op de uitkomst van de zaak in conventie, is aan de voorwaarde waaronder de reconventionele vordering is ingediend voldaan. De rechtbank kan ook bij deze vordering internationale bevoegdheid ontlenen aan de forumkeuze.
Tekortkoming ASL
4.26.
Allereerst zal worden beoordeeld of ASL toerekenbaar is tekortgekomen in haar verbintenissen onder de SA/Revised BSA, zoals CAL stelt en ASL betwist.
Annulering negen vluchten
4.27.
CAL stelt dat ASL negen vluchten (in de periode 25 maart tot en met 8 september 2018) grotendeels heeft geannuleerd wegens regulier onderhoud en in de meeste gevallen al enkele dagen voor de datum van de geplande vlucht. Er was geen sprake van
technical issueswaar ASL geen invloed op had. De vlucht van 5 juli 2018 is geannuleerd wegens Onafhankelijkheidsdag in de Verenigde Staten en de vlucht van 2 september 2018 is geannuleerd omdat de vlucht als charter was verkocht. ASL heeft in geen enkel geval een
recovery planningaangeboden aldus CAL.
4.28.
Daartegenover heeft ASL zich in haar conclusie van antwoord in reconventie op het standpunt gesteld dat de negen vluchten niet vanwege regulier onderhoud, maar om diverse andere redenen zijn geannuleerd zoals vertraging wegens de late aankomst van de te vervoeren goederen, vertraging bij het tanken van vliegtuigen, luchthavencongestie, weersomstandigheden etc. De vlucht van 25 maart 2018 heeft ASL geannuleerd om, op verzoek van CAL, vier aanvullende vluchten van Luik naar Atlanta uit te voeren. Annulering van vluchten tijdens feestdagen is niet ongebruikelijk en bovendien heeft CAL geen bezwaar gemaakt tegen de annulering wegens Onafhankelijkheidsdag. Een
recovery planningwas niet mogelijk voor de geannuleerde vluchten op 25 maart, 8 april, 6 mei, 12 augustus, 26 augustus en 6 september 2018, omdat ASL geen geschikte vliegtuigen daarvoor beschikbaar had, aldus nog steeds ASL.
4.29.
Op dit punt is de volgende bepaling in de SA (waarin ASL wordt aangeduid als ASLB) relevant:
“1. (…) For the avoidance of doubt, until 12 February 2018 ASLB shall continue to perform 3 rotations per week on the terms and conditions applicable in January 2018. The above number of rotations and the schedule set forth in Annex A to the Revised Black Space Agreement may not be changed unless for operational reasons such as technical issues with the aircraft, weather, crew availability or unless agreed in writing between the parties. In the event of any such occurrences, ASLB will do its best endeavors to put in place recovery planning.”
4.30.
Bij de uitleg van deze bepaling hanteert de rechtbank de onder 4.7 beschreven uitgangspunten.
4.31.
Tijdens de mondelinge behandeling is namens ASL onder meer verklaard dat de vlucht van 25 maart 2018 is geannuleerd wegens “required/scheduled maintenance” en dat dit ook valt onder
operational reasons. Voor de geannuleerde vluchten van 6 mei, 6 september en 8 september 2018 heeft ASL ook tijdens de mondelinge behandeling geen reden kunnen geven. Dit komt voor haar risico.
4.32.
De rechtbank stelt vast dat de vluchten van 25 maart, 8 april, 12 augustus en 26 augustus 2018 door ASL zijn geannuleerd wegens
maintenance. Dit blijkt uit de door CAL overgelegde correspondentie (haar producties 2, 3 en 5), waarvan ASL de juistheid niet, althans onvoldoende gemotiveerd, heeft weersproken. Voor zover ASL op dit punt nog heeft gewezen op de charterovereenkomst (haar productie 11), blijkt uit die overeenkomst niet dat deze gevolgen had voor de vlucht van 25 maart 2018. Met betrekking tot de vlucht van 2 september 2018 blijkt uit de door CAL overgelegde productie 6 dat deze vlucht is geannuleerd vanwege een chartervlucht. Die reden kan niet zonder meer worden geschaard onder het begrip
operational reasons.
4.33.
De omstandigheden die in de SA worden genoemd waaronder ASL een vlucht mag annuleren dragen in zich het karakter van een (onvoorzienbare) overmachtssituatie. Dat wordt versterkt door de regeling van Force Majeur in artikel 8 van de Revised BSA, waar de overmacht ook centraal staat.
Required/scheduled maintenanceis naar zijn aard voorzienbaar en kan daarom geen gegronde reden opleveren om een vlucht te annuleren. Nu het haar vliegtuigen betreft, had het op de weg van ASL gelegen om te onderbouwen dat bij de annuleringen sprake was onvoorzienbaar onderhoud. Dat heeft ASL niet gedaan. Onafhankelijkheidsdag in de Verenigde Staten is eveneens een voorzienbare omstandigheid.
4.34.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft ASL nog aangevoerd dat CAL steeds akkoord is gegaan met de annuleringen, maar dat blijkt uit niets. Bovendien heeft CAL e-mails overgelegd waaruit blijkt dat zij het niet eens was met annuleringen (haar producties 2-6).
4.35.
Vast staat dat ASL bij geen van de annuleringen een
recovery planningheeft aangeboden en ASL heeft op dit punt ook niet voldoende concreet onderbouwd dat zulks niet mogelijk was. Dat had wel op haar weg gelegen.
4.36.
Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat ASL ten aanzien van de negen vluchten toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen onder de SA/Revised BSA.
Rerouten van drie vluchten
4.37.
Vast staat dat ASL vluchten van Luik naar New York op 5 juni, 3 juli en 21 augustus 2018 heeft gererouted, waardoor een tussenlanding op Shannon is gemaakt. Dit is een afwijking van de in de SA/Revised BSA overeengekomen route. Niet gesteld of gebleken is dat ASL een
operational reasonals hiervoor bedoeld had om van het vluchtschema af te wijken. Met betrekking tot deze vluchten is dus ook sprake van een toerekenbare tekortkoming van ASL in haar verplichtingen onder de SA/Revised BSA.
Exoneratie?
4.38.
Vervolgens is aan de orde het beroep van ASL op de uitsluiting van aansprakelijkheid in artikel 6.3 Revised BSA, dat als volgt luidt.
“6.3. Under no circumstances shall either party be liable for consequential damages incurred or suffered by the other party.”
4.39.
ASL stelt dat de door CAL gevorderde gederfde winst valt onder het begrip
consequential damages. Daartegenover stelt CAL zich op het standpunt dat met de clausule is beoogd de aansprakelijkheid te beperken tot schade die kan worden toegerekend in de zin van artikel 6:98 BW. Mocht de rechtbank van oordeel zijn dat deze clausule een algehele uitsluiting van aansprakelijkheid inhoudt, dan moet de clausule vervolgens buiten toepassing blijven op grond van artikel 6:248 lid 2 BW.
4.40.
Dit debat noopt allereerst tot uitleg van de bepaling, aan de hand van de onder 4.7. beschreven uitgangspunten.
4.41.
Allereerst is hierbij van belang van welke schade CAL vergoeding vordert. In de eerste plaats gaat het om gederfde winst op de negen geannuleerde vluchten en de drie gereroute vluchten. Met betrekking tot de geannuleerde vluchten stelt CAL dat, als een vlucht door ASL geannuleerd werd, de vracht die op deze vlucht vervoerd had moeten worden in plaats daarvan werd meegenomen op een CAL-vlucht. Daardoor moest CAL een deel van de voor haar eigen vlucht bestemde vracht laten staan. Dit brengt volgens CAL mee dat de gederfde winst moet worden bepaald door middel van een vergelijking tussen de situatie waarin zowel de CAL-vlucht als de ASL-vlucht wordt uitgevoerd met de situatie waarin enkel de CAL-vlucht, met de voor de ASL-bestemde vracht wordt uitgevoerd. Uit die vergelijking blijkt volgens CAL dat zij tot € 1.071.000 winst heeft gederfd. Met betrekking tot de drie gereroute vluchten stelt CAL dat zij daarin per vlucht paarden in vijf boxen had willen vervoeren. Omdat het niet mogelijk was paarden in Shannon te stallen, zijn de paarden niet op de vlucht via Shannon meegegaan. Volgens CAL maakt zij op elke box € 6.064 winst, zodat zij in totaal tot een bedrag van (3 x 5 x € 6.064 =) € 83.070 winst heeft gederfd, aldus nog steeds CAL.
4.42.
In de tweede plaats vordert CAL vergoeding van kosten, namelijk voor het voor gemiddeld twee nachten stallen van vracht die op de geannuleerde vlucht vervoerd had moeten worden. Volgens CAL bedroeg het opslagtarief € 0,06 per kilo en heeft zij per vlucht 83.000 kg. opgeslagen. Dit betekent dat zij in totaal (9 vluchten x 83.000 kg. x € 0,06 =) € 89.964 aan aanvullende kosten heeft gemaakt, aldus CAL.
4.43.
In de Revised BSA is het begrip
consequential damages(gevolgschade) niet contractueel ingevuld. Naar Nederlands recht bestaat ook geen vaste betekenis van het begrip gevolgschade, maar in de praktijk wordt het begrip veelal gedefinieerd als onvoorzienbare of verder verwijderde schade. Verder verwijderde schade is schade die niet in direct verband staat met de aansprakelijkheid scheppende gebeurtenis. Het meest gebruikelijk in Nederland is om winstderving te scharen onder het begrip gevolgschade.
4.44.
De uitleg van CAL ligt niet voor de hand omdat anders aan de clausule geen zelfstandige betekenis zou toekomen: toepassing van de wet (artikel 6:98 BW) zou immers tot hetzelfde resultaat leiden. Bovendien verdraagt de uitleg van CAL zich niet met de door ASL aangevoerde - en door CAL niet weersproken - omstandigheid dat het in de luchtvaartbranche normaal is om gevolgschade uit te sluiten, omdat de luchtvaart een kwetsbare sector is. Ook op basis daarvan kan worden geconcludeerd dat partijen met de clausule hebben beoogd de aansprakelijkheid verder te beperken dan uit de wet volgt.
4.45.
Uit het voorgaande volgt dat de clausule redelijkerwijs zo moet worden uitgelegd dat de aansprakelijkheid voor (onder meer) winstderving is uitgesloten. De schadeposten van € 1.071.000 en € 83.070 komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking.
4.46.
Met betrekking tot de opslagkosten is de rechtbank van oordeel dat deze kosten niet onder de reikwijdte van de exoneratieclausule kunnen worden geschaard, omdat deze kosten in direct verband staan met de aansprakelijkheid scheppende gebeurtenis: nu de vlucht werd geannuleerd, moest CAL de goederen tijdelijk opslaan totdat deze op een andere vlucht konden worden meegenomen. Hieruit volgt bovendien dat in de clausule geen sprake is van een algehele uitsluiting van aansprakelijkheid. Aan het beroep van CAL op artikel 6:248 lid 2 BW komt de rechtbank dus niet toe.
4.47.
ASL heeft niet weersproken dat CAL de goederen als gevolg van de annuleringen heeft moeten opslaan. Voor zover ASL heeft aangevoerd dat de luchtvrachtafhandelaar van CAL, Liege Air Cargo Handling Services S.A. (LACHS) een dochtermaatschappij is van CAL, volgt daaruit niet zonder meer dat CAL geen opslagkosten heeft gemaakt. CAL heeft voldoende toegelicht wat naar schatting de opslagkosten zijn geweest en ASL heeft op dit punt onvoldoende gemotiveerd verweer gevoerd. Dit leidt ertoe dat de schadepost van
€ 89.964 voor toewijzing in aanmerking komt, te vermeerderen met de daarover gevorderde wettelijke rente. Nu CAL geen ingangsdatum heeft gesteld van de wettelijke rente, zal deze worden toegewezen vanaf 8 december 2019, de roldatum van de conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie.
4.48.
Aangezien partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, zal de rechtbank de proceskosten tussen partijen compenseren.

5.De beslissing

De rechtbank:
in conventie
5.1.
veroordeelt CAL tot betaling aan ASL van:
- een bedrag van $ 604.703,46, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente
vanaf 31 augustus 2018 tot de dag van algehele voldoening;
- een bedrag van $ 334.424,60, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 17 oktober 2018 tot de dag van algehele voldoening;
- een bedrag van $ 617.121,30, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf
1 oktober 2018 tot de dag van algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt CAL in de proceskosten, aan de zijde van ASL begroot op € 12.127,01 aan tot op heden gemaakte proceskosten en op € 163 aan nog te maken nakosten, te vermeerderen met € 85 in geval van betekening;
5.3.
verklaart de veroordelingen onder 5.1 en 5.2. uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
5.5.
veroordeelt ASL tot betaling aan CAL van € 89.964, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 januari 2019 tot de dag van algehele voldoening;
5.6.
verklaart de veroordeling onder 5.5. uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin da iedere partij de eigen kosten draagt;
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. Bordes en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2022. [2]

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europese Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (PbEU 2012, L 351/1).
2.type: 1554