1.2In haar uitspraak van 7 december 2021 heeft de rechtbank geoordeeld dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de uitzondering op het veilig land-criterium, twintig jaar verblijf in Nederland, als genoemd in het verslag Veldtafel monitoringsoverleg programma vreemdelingen van 11 maart 2019 (hierna: het verslag), niet bij de beoordeling is betrokken om eiser al dan niet toe te laten tot de LVV. Volgens de rechtbank is sprake van een (voorgenomen) vaste gedragslijn.
2. Verweerder heeft in het bestreden besluit gesteld dat de opvang aan eiser terecht is geweigerd. Volgens verweerder zijn in het verslag een aantal uitzonderingscriteria geformuleerd, waaronder een uitzonderingscriterium voor verblijf langer dan twintig jaar in Nederland, die het criterium van ‘veilig land’ kunnen overstemmen. Verweerder stelt echter dat dit een advies betreft aan de gemeente dat niet is overgenomen in het programma Ongedocumenteerden.
3. Eiser voert aan dat verweerder een onjuiste voorstelling van de uitvoering van het Programma Ongedocumenteerden geeft. Het LSOadviseert niet over beleid, maar over toelating in een individueel geval. Verweerder miskent de rol en de functie van het (advies van) LSO door te stellen dat het advies van het LSO niet is overgenomen in het gemeentelijk beleid. Volgens eiser is het besluit in strijd met het beleid omdat daar geen advies van het LSO aan ten grondslag ligt. Eiser voert aan dat op grond van het beleid een uitgebreide screening had moeten plaatsvinden. Gelet op eisers verblijf in Nederland, dat langer dan twintig jaar heeft geduurd, voert eiser aan dat het LSO hem zou hebben toegelaten vanwege de uitzonderingsgrond op het veilig land-criterium.
4. In haar uitspraak van 7 december 2021 heeft de rechtbank het volgende overwogen:
“
Echter, in het door eiser aangehaalde verslag van het monitoringsgesprek Programma Vreemdelingen worden verschillende uitzonderingen op het veilig land-criterium genoemd. Eén daarvan is een verblijf van langer dan twintig jaar in Nederland. Hoewel dit niet kan worden aangemerkt als beleid, meent de rechtbank dat deze uitzonderingen moeten worden opgevat als een (voorgenomen) vaste gedragslijn. Verweerder heeft desgevraagd op zitting niet kunnen toelichten of, en zo ja hoe, eisers verblijf in Nederland bij de beoordeling is betrokken. Verweerder heeft slechts gesteld dat langdurig verblijf in Nederland niet leidt tot het niet tegenwerpen van het veilig land-criterium. Gelet op de aangehaalde passage uit het verslag van het monitoringsgesprek, is dit onvoldoende.”
5. Verweerder heeft een nieuw besluit genomen en heeft daarin gemotiveerd betwist dat sprake is van een (voorgenomen) vaste gedragslijn. Volgens verweerder is er geen beleid, noch een vaste gedragslijn op grond waarvan toepassing wordt gegeven aan de door de Veldtafel voorgestelde uitzondering. Verweerder heeft dit geverifieerd bij de beleidsmedewerker op het terrein van ongedocumenteerden. Gelet op deze gemotiveerde betwisting is het aan eiser om te onderbouwen dat wel sprake is van een vaste gedragslijn. Eiser heeft in bezwaar, beroep en op de zitting niet kunnen onderbouwen dat verblijf in de LVV is toegestaan aan vreemdelingen afkomstig uit veilige landen, als zij langer dan twintig jaar hebben verbleven in Nederland. Eiser kon ook geen gevallen bedenken waarin een vreemdeling afkomstig uit een veilig land enkel vanwege zijn langdurige verblijf in Nederland toegang tot de LVV heeft gekregen.
6. Voor zover eiser heeft gesteld dat uit het beleid volgt dat een uitgebreide screening had moeten plaatsvinden, overweegt de rechtbank dat verweerder op de zitting naar voren heeft gebracht dat eiser bij hem bekend was. Bij de eerste beoordeling of eiser in aanmerking kwam voor de LVV heeft een screening plaatsgevonden. Daarbij is geconcludeerd dat eiser geen toegang tot de LVV zou krijgen. Verder is op de zitting gebleken dat verweerder geen beleid heeft opgesteld over wat voor screening vreemdelingen krijgen die zich na een eerste afwijzing nog een keer melden voor verblijf in de LVV. Verweerder heeft toegelicht dat het een vaste gedragslijn is dat enkel wordt overgegaan op een uitgebreide screening als de situatie anders is dan voorheen. In het geval van eiser was geen sprake van een gewijzigde situatie. Eiser heeft deze vaste gedagslijn en de vaststelling dat geen sprake was van gewijzigde omstandigheden niet betwist. Gelet daarop was verweerder er niet aan gehouden een uitgebreide screening uit te voeren. De beroepsgrond slaagt niet.
7. De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.