ECLI:NL:RBDHA:2022:12562

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juni 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
NL22.7821
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Dublin-overeenkomst en Bulgarije

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S. de Schutter, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door J.H.M. Post, niet in behandeling genomen, omdat Bulgarije volgens de Dublin-overeenkomst verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 17 mei 2022, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De voorzieningenrechter heeft de zaak samen met een andere zaak (NL22.7820) behandeld. Na de behandeling van de bodemzaak heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, omdat de uitkomst van de bodemzaak al was vastgesteld.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, maar heeft de Staatssecretaris wel veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker. Deze kosten zijn vastgesteld op € 759,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.7821
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [v-nummer]

(gemachtigde: mr. S. de Schutter), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: J.H.M. Post).

Procesverloop

Bij besluit van 3 mei 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.7820, op 17 mei 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen meneer H.S.L. Al- Hudjeimy. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

De rechtbank heeft uitspraak gedaan op het beroep in de zaak met zaaknummer NL22.7820. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 759,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 759,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. Glerum, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
13 juni 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.