Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[Naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. I. Vugs, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was gebaseerd op de overweging dat Oostenrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker.
De zitting vond plaats op 18 november 2022 in Breda, waar verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, M. Kurdi. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL22.21830) die betrekking had op hetzelfde onderwerp. In de uitspraak van diezelfde dag werd het beroep in die andere zaak afgewezen, wat invloed had op de beslissing in deze zaak.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.