ECLI:NL:RBDHA:2022:12645

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juni 2022
Publicatiedatum
28 november 2022
Zaaknummer
NL22.10855
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing voorlopige voorziening in het kader van overdracht aan Frankrijk met betrekking tot psychische gesteldheid verzoeker

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F.C. Stoop en mr. drs. M.A.M. Karsten, heeft een beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd bepaald dat hij zou worden overgedragen aan Frankrijk. Verzoeker heeft verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij psychische problemen heeft en er op dat moment geen medische diagnose beschikbaar was. Tijdens de zitting op 28 juni 2022 heeft de gemachtigde van verzoeker toegelicht dat de overdracht onomkeerbare gevolgen voor zijn gezondheid zou kunnen hebben. Verweerder, vertegenwoordigd door mr. R.R. de Groot, heeft zich niet verzet tegen de toewijzing van de voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en bepaald dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Frankrijk totdat er een beslissing is genomen op het beroep tegen het bestreden besluit. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 1.518,00. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat er tussen partijen geen geschil bestaat over de psychische problemen van verzoeker en dat er op dat moment geen medische diagnose was vastgesteld. De zaak zal worden voortgezet op de zitting van 12 juli 2022. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.10855
proces-verbaal van de mondelingen uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. F.C. Stoop),

en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. R.R. de Groot).

Procesverloop

In het besluit van 9 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder bepaald dat verzoeker wordt overgedragen aan Frankrijk.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak NL22.10854, plaatsgevonden op 28 juni 2022. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. M.A.M. Karsten, als waarnemer van zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak op zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;
  • bepaalt dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Frankrijk totdat is beslist op het beroep tegen het bestreden besluit;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.518,00.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Tussen partijen is niet in geschil dat verzoeker psychische problemen heeft. De gemachtigde van verzoeker heeft op de zitting toegelicht dat verzoeker afgelopen vrijdag (24 juni 2022) is overgeplaatst van het Detentiecentrum Rotterdam naar het [verblijfplaats] . Op dit moment is er nog geen medische diagnose bekend of vastgesteld. De gemachtigde van verzoeker heeft op de zitting gezegd dat hij hoopt dat hij snel duidelijkheid kan geven over verzoekers medische diagnose. Dit om nader te onderbouwen dat een overdracht aan Frankrijk onomkeerbare gevolgen heeft voor
verzoekers gezondheid. De gemachtigde van verzoeker heeft verzocht om de zaak over twee weken weer op zitting te behandelen. Naar aanleiding hiervan heeft verweerder te kennen gegeven dat hij zich niet verzet tegen toewijzing van de gevraagde voorlopige voorziening.
3. Nu tussen partijen niet in geschil is dat op dit moment van een overdracht van verzoeker naar Frankrijk moet worden afgezien, wijst de voorzieningenrechter de gevraagde voorlopige voorziening toe. Dit betekent dat verzoeker niet mag worden overgedragen totdat is beslist op het beroep tegen het bestreden besluit.
4. Zoals tijdens de zitting is besproken, wordt het beroep aangehouden en voortgezet op de zitting van 12 juli 2022.
5. Omdat de gevraagde voorlopige voorziening is toegewezen, veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.518,00 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2022 door mr. M.C. Verra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
28 juni 2022

Documentcode: [nummer]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.