geen beletsel heeft gezien voor invoering van de dwangsomregeling in artikel 4:17 van de
Awb neemt naar het oordeel van de rechtbank niet weg dat diezelfde wetgever daar later,
gezien de grote achterstanden die intussen waren ontstaan in de verwerking van
asielaanvragen, anders over mocht denken. Nu door meerdere opeenvolgende oorzaken
(coronapandemie, arbeidsmarktomstandigheden en geopolitieke ontwikkelingen) de
achterstanden intussen structureel lijken te zijn geworden, kan daarbij worden vastgesteld
dat de bestuurlijke dwangsomregeling in asielzaken niet bijdraagt aan een oplossing.
Vanwege de vele extra geschillen die door de dwangsomregeling als zodanig worden
gegenereerd, kan deze regeling zelfs bijdragen aan versterking van de capaciteitsproblemen, bij zowel de uitvoeringsorganisatie als de rechterlijke macht. Dat de bestaande uitvoeringsachterstanden mede zijn te wijten aan een, achteraf gezien, te ver ingekrompen uitvoeringscapaciteit doet niet af aan de inherent andere karakteristiek van de
asielprocedure, zoals hiervoor is overwogen.