ECLI:NL:RBDHA:2022:12789

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 november 2022
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
NL22.19065
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielprocedure met proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. C.W.M. van Breda, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die zijn asielaanvraag in de verlengde procedure niet-ontvankelijk had verklaard. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 10 november 2022, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, M.L. de Keijzer-Ferreira Ribeiro. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. E.W.B. van Twist.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak in een aanverwante zaak (NL22.19064) en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Echter, gezien de uitkomst van de bodemzaak heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris wel veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op €759,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.19065

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.W.B. van Twist),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Bij besluit van 22 september 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de verlengde procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.19064, op 10 november 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M.L. de Keijzer-Ferreira Ribeiro. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.19064, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep, waarop dit verzoek om voorlopige voorziening betrekking heeft. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op €759,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van €759,- en wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 759,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.