Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 november 2022 uitspraak gedaan. Verzoeker had tegen het besluit van 23 september 2022 beroep ingesteld, waarbij zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk was verklaard. Tevens verzocht verzoeker om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 10 november 2022 in Middelburg, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. C.W.M. van Breda, en een tolk, N. Gorges. Verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. P.E.J.M. Bartels.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NL22.19086, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier R. Ben Sellam, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, conform artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000.