ECLI:NL:RBDHA:2022:13085
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- A.M.H. van der Poort - Schoenmakers
- J.R. Froma
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsdocument EU/EER op basis van een vermeende schijnrelatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een Iraakse man, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had een aanvraag ingediend voor de afgifte van een verblijfsdocument EU/EER, maar deze aanvraag werd afgewezen op 1 februari 2022, met een terugkeerbesluit, omdat de staatssecretaris van mening was dat er sprake was van een schijnrelatie tussen de eiser en zijn Slowaakse referente. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 19 mei 2022. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 11 november 2022 heeft de rechtbank de zaak behandeld. Eiser was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris voldoende redenen had om te concluderen dat er sprake was van een schijnrelatie, onderbouwd door acht indicatoren die in de richtsnoeren van de Europese Commissie zijn opgenomen. Eiser heeft aangevoerd dat er wel degelijk sprake is van een duurzame relatie en dat de tegenstrijdige verklaringen het gevolg zijn van zijn ziekte en analfabetisme. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de tegenstrijdigheden in de verklaringen van eiser niet voldoende zijn onderbouwd en dat de staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen concluderen dat er geen duurzame relatie is.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de hoorplicht in de bezwaarfase niet is geschonden, omdat eiser en referente al uitgebreid waren gehoord in de primaire fase. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen connexiteit meer was. De rechtbank heeft beslist dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.