ECLI:NL:RBDHA:2022:13340

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
12 december 2022
Zaaknummer
SGR 22/1391
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit van het UWV over stopzetten WIA-uitkering na herbeoordeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van het UWV. Eiseres, die sinds 2011 arbeidsongeschikt is, had een WIA-uitkering die per 16 augustus 2021 werd stopgezet na een herbeoordeling. Het UWV concludeerde dat eiseres vanaf 1 december 2020 niet langer arbeidsongeschikt was, wat leidde tot het bestreden besluit van 14 februari 2022 waarin het bezwaar van eiseres ongegrond werd verklaard. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.

Tijdens de online zitting op 24 november 2022 heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht. Eiseres betoogde dat haar medische situatie slechter was dan het UWV had aangenomen en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar specifieke beperkingen. De rechtbank heeft de medische rapporten van de verzekeringsartsen beoordeeld en geconcludeerd dat deze zorgvuldig tot stand zijn gekomen en voldoen aan de vereisten. De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en dat de WIA-uitkering terecht was stopgezet.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een onafhankelijk deskundige te benoemen, en heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Dit betekent dat eiseres geen gelijk heeft gekregen en dat de door haar gemaakte proceskosten niet vergoed worden. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Inloopteam Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/1391

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M.P. de Witte),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (het UWV), verweerder
(gemachtigde: T. Eversteijn).

Procesverloop

Met het besluit van 15 juni 2021 (het primaire besluit) heeft het UWV bij een herbeoordeling vastgesteld dat eiseres vanaf 1 december 2020 niet langer arbeidsongeschikt is. Per 16 augustus 2021 is de uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) stopgezet.
Met het besluit van 14 februari 2022 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is bij de rechtbank behandeld op de online zitting van 24 november 2022. Eiseres was aanwezig samen met haar gemachtigde. Het UWV heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Wat er aan deze procedure voorafging

1. Eiseres heeft tot haar ziekmelding op 28 februari 2011 gewerkt als medewerker callcenter gedurende 36 uur per week. Aan haar is per 25 februari 2013 een WIA-uitkering toegekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 43,9%. Het UWV heeft op verzoek van eiseres een herbeoordeling gedaan van haar arbeidsongeschiktheid.
2. Een verzekeringsarts van het UWV heeft eiseres onderzocht en beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn per 1 december 2020 (de datum in geding). Deze beperkingen heeft de verzekeringsarts opgenomen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML). Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat er drie functies zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog zou kunnen uitvoeren. Die functies zijn: productiemedewerker industrie, samensteller kunststof- en rubberproducten en administratief ondersteunend medewerker. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiseres met de middelste van deze functies 100% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziek meldde. Omdat dit betekent dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is, kan eiseres volgens het UWV geen WIA-uitkering meer krijgen. De mate van arbeidsongeschiktheid is gelet hierop bepaald op 0%. Daarom heeft het UWV de WIA-uitkering van eiseres per 16 augustus 2021 stopgezet.
3. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn de beperkingen juist vastgesteld. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep wijkt af van de beoordeling van de arbeidsdeskundige omdat niet alle primair geduide functies passend zijn. Er resteren nog voldoende geschikte functies en/of arbeidsplaatsen zodat de mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 35% blijft. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat eiseres vindt

4. Eiseres is het niet met het UWV eens. Zij voert aan dat haar medische situatie slechter is dan het UWV heeft aangenomen. Het UWV heeft ten onrechte geen rekening gehouden met haar specifieke beperkingen, waaruit met name voortvloeit dat uitsluitend (deeltijd) functies geschikt zijn met een deugdelijke motivering. Eiseres kan zich er niet in vinden dat haar WIA-uitkering is beëindigd. De klachten waarmee zij in 2011 is uitgevallen zijn nog steeds onverminderd aanwezig. De verzekeringsartsen hebben haar mogelijkheden te positief ingeschat en haar beperkingen onderschat. Er is ten onrechte geen urenbeperking aangenomen. Daarnaast heeft de verzekeringsarts ten onrechte geen rekening gehouden met haar intellectuele beperkingen. Eiseres acht zichzelf niet geschikt voor loonvormende arbeid wanneer er geen specifieke begeleiding voor haar is. Zij heeft haar standpunt onderbouwd met een psychologisch onderzoeksverslag van Impegno met datum 29 oktober 2018, een verslag afsluiten behandeling van PsyQ met datum 22 februari 2019 en een spreekuurverslag van haar verzuimbegeleider met datum 4 februari 2022. Eiseres heeft haar standpunt op de online zitting toegelicht. Verder stelt eiseres dat zij met haar beperkingen de functies die het UWV geschikt vindt, niet kan verrichten.

Waarover het gaat in deze zaak

5. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen heeft ingebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 1 december 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.

Wat de rechtbank vindt

De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
6. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
7. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. Hij heeft de klachten van eiseres, het dagverhaal, de diagnose en de prognose beschreven.
8. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 23 december 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier bestudeerd. Ook heeft hij eiseres medisch onderzocht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts.
9
.Op de medische informatie die eiseres in beroep heeft opgestuurd, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gereageerd in het rapport van 21 april 2022.
10. De verzekeringsartsen hebben alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in hun beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De verzekeringsartsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
De medische beoordeling
11. De verzekeringsarts heeft aangenomen dat bij eiseres sprake is van verminderde benutbare mogelijkheden als rechtstreeks gevolg van ziekte of gebrek. Op basis van onderzoek wordt het nodig geacht beperkingen aan te nemen ten aanzien van afleiding door activiteit van anderen, sterk wisselende uitvoeringsomstandigheden, storingen, deadlines, hoge eisen aan concentreren of multitasking, omgaan met conflicten, samenwerken, patiënten- of klantcontacten, leidinggevende aspecten, frequent buigen, duwen en trekken, tillen, dragen, lopen, trappenlopen, klimmen, zitten, staan en gebogen en/of getordeerd actief zijn. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
12
.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 23 december 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. Hij geeft weer dat er medisch gezien geen onderbouwing is voor een urenbeperking. Ook heeft hij toegelicht dat het begrijpelijk is dat de stap naar voltijds werk na een langjarige periode van niet werken groot is, maar dat dat geldt voor ieder in vergelijkbare omstandigheden. De belastbaarheid is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep voor het overige niet meer beperkt dan de verzekeringsarts aangenomen heeft. De werkzaamheden die eiseres sinds enkele maanden verricht, als verkoopmedewerker in een bakkerij, laten dat feitelijk ook zien. Bij eigen onderzoek kon de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen duidelijke afwijkingen vaststellen.
13
.De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft onderbouwd waarom het oordeel van de verzekeringsarts over de beperkingen kan worden gevolgd. Het oordeel dat eiseres met name praktische redenen aanvoert voor de gewenste urenbeperking en dat daarvoor geen medische onderbouwing is gegeven, kan worden gevolgd. In het rapport van 21 april 2022 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep uitgelegd waarom de in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om meer beperkingen aan te nemen. Hij heeft toegelicht dat uit de ontvangen informatie blijkt dat de intellectuele capaciteiten van eiseres zich op laagbegaafd niveau lijken te bevinden. Daaruit volgt volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet vanzelf (volledige) arbeidsongeschiktheid; eenvoudige werkzaamheden zijn dan nog goed mogelijk. Voor dergelijke werkzaamheden is er geen noodzaak voor extra (specifieke) begeleiding. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep kan eiseres eenvoudige werkinstructies begrijpen en vervolgens zelfstandig ten uitvoer brengen. In de FML is voldoende rekening gehouden met de terugkerende problemen in de communicatie door beperkingen voor omgaan met conflicten en samenwerken. Verder wil de verzekeringsarts bezwaar en beroep daarin niet gaan, mede niet omdat de aangegeven specifieke voorwaarden arbeid uitsluiten waarin sprake is van intensief communiceren en adequaat kunnen reageren op talige nuances. De ontvangen gegevens over het actuele verzuim zijn van na datum in geding en daarom volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet direct van belang. De rechtbank vindt de toelichting van de verzekeringsarts bezwaar en beroep duidelijk en kan deze toelichting volgen. Eiseres heeft geen andere medische informatie ingebracht die aanleiding geeft tot een andere beoordeling.
14. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres vanaf
1 december 2020 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die door de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn vastgesteld. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding om een onafhankelijk deskundige te benoemen zoals eiseres ter zitting heeft verzocht.
De arbeidskundige beoordeling
15. Er is geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken, omdat de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen juist zijn vastgesteld.
16. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 1 december 2020 met de middelste van deze functies 100% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende, zodat eiseres voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

De conclusie van de rechtbank

17. Omdat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt is heeft het UWV de WIA-uitkering terecht stopgezet vanaf 16 augustus 2021.
18. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 8 december 2022 door mr. R.J. van Lochem, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Zwager, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.