ECLI:NL:RBDHA:2022:13363

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 december 2022
Publicatiedatum
12 december 2022
Zaaknummer
NL22.19034
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag wegens onvoldoende onderbouwing van risico's bij terugkeer naar Nigeria

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Nigeriaanse vrouw, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van 21 september 2022. Eiseres stelde dat zij problemen ondervond van een mensensmokkelaar en haar ex-man, en dat zij bij terugkeer naar Nigeria een reëel risico op ernstige schade liep. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de identiteit en de mishandeling door de ex-man geloofwaardig achtte, maar de problemen met de mensensmokkelaar niet geloofwaardig waren. Eiseres had onvoldoende bewijs geleverd voor de bedreigingen die zij ontving en er was geen aanleiding voor nader onderzoek door de staatssecretaris. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij bij terugkeer naar Nigeria te vrezen had voor haar ex-man of de mensensmokkelaar. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.19034

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], eiseres

mede namens haar minderjarige kind:
[naam], V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. I.M. Hidding),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A. Bondarev).

ProcesverloopBij besluit van 21 september 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 10 november 2022 op zitting behandeld te Breda. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen E.O. Tackey. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Nigeriaanse nationaliteit te hebben.
2. Op 13 januari 2021 heeft eiseres voor het eerst een asielaanvraag ingediend in Nederland. Bij besluit van 23 maart 2021 heeft verweerder die aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië daar verantwoordelijk voor was op grond van de Dublinverordening. [1] Bij uitspraak van 13 juli 2021 van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, is het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. [2] Bij uitspraak van 28 juli 2021 heeft de Afdeling [3] de uitspraak van de rechtbank bevestigd. [4] Op 18 augustus 2021 heeft verweerder meegedeeld dat eiseres in beginsel wordt toegelaten tot de nationale procedure, omdat zij niet tijdig is overgedragen aan de Italiaanse autoriteiten.
3. Op 26 augustus 2021 heeft eiseres opnieuw een asielaanvraag ingediend. Hieraan heeft zij het volgende ten grondslag gelegd. Op twaalfjarige leeftijd is zij uitgehuwd aan haar (inmiddels) ex-man, omdat haar vader een schuld met deze man te vereffenen had. Eiseres werd tijdens het huwelijk misbruikt en mishandeld. Zij heeft drie kinderen gekregen met haar ex-man. Op een dag heeft eiseres besloten om samen met haar kinderen te vertrekken uit het huis van haar ex-man. Eiseres heeft haar kinderen achtergelaten bij haar moeder en zelf heeft zij op straat geleefd. Eiseres heeft vervolgens een mensensmokkelaar leren kennen die haar heeft geholpen bij het verlaten van Nigeria. Eiseres werd eerst naar Libië gebracht en daarna naar Italië. In Italië heeft eiseres twee jaar in de prostitutie moeten werken om haar schuld van € 20.500 aan de mensensmokkelaar terug te betalen. Nadat eiseres € 18.000 had terugbetaald, is zij ontsnapt. Eiseres heeft via haar telefoon en haar Facebookpagina bedreigingen ontvangen van de mensensmokkelaar, omdat de schuld nog niet volledig is afbetaald. Ook de moeder van eiseres wordt bedreigd wegens de openstaande schuld van eiseres.
4. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als ongegrond. Verweerder acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig. Ook acht verweerder geloofwaardig dat eiseres is misbruikt en mishandeld door haar ex-man. Verweerder acht echter niet geloofwaardig dat eiseres problemen heeft naar aanleiding van haar contact met een mensensmokkelaar. Dat het asielrelaas van eiseres deels geloofwaardig is geacht, leidt er niet toe dat zij moet worden aangemerkt als vluchteling of dat zij bij terugkeer naar Nigeria een reëel risico loopt op ernstige schade. Eiseres heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat zij bij terugkeer nog te vrezen heeft voor haar ex-man nu zij zeven jaar geleden Nigeria heeft verlaten en niet valt in te zien dat de ex-man nu nog op zoek is naar eiseres.
5. Eiseres voert daartegen het volgende aan. Verweerder heeft onvoldoende gemotiveerd waarom er bij terugkeer naar Nigeria geen risico bestaat op ernstige schade op grond van de geloofwaardig bevonden gebeurtenissen met de mensensmokkelaar. Eiseres heeft immers eerder ook ernstige schade geleden. Daarbij wijst ze op het Algemeen Ambtsbericht Nigeria van 2021 waaruit blijkt dat er represailles plaatsvinden tegen terugkerende slachtoffers door de mensensmokkelaars. Eiseres heeft daarnaast informatie over de mensensmokkelaar, waaronder een telefoonnummer en een Facebookaccount, maar verweerder heeft ondanks de samenwerkingsplicht geen enkele poging gedaan om daar nader onderzoek naar te verrichten. Verweerder heeft ten onrechte tegengeworpen dat eiseres tijdens het aanmeldgehoor in de Dublinprocedure niet over de prostitutie in Italië heeft verklaard, nu daarmee de kwetsbare positie van eiseres als een slachtoffer van mensenhandel wordt miskend. Ook is ten onrechte tegengeworpen dat eiseres haar Facebookaccount na de bedreigingen van de mensensmokkelaar niet heeft gewijzigd, nu zij heeft verklaard dat zij bang en in de war is. Eiseres heeft voorts een foto van haar moeder nadat zij was mishandeld door de mensensmokkelaar overgelegd, waardoor zij een oprechte inspanning heeft geleverd om haar asielaanvraag te staven. Over de problemen met de ex-man heeft verweerder ten onrechte overwogen dat eiseres geen waarde heeft voor haar ex-man en dat het bevreemdend is dat de moeder van eiseres en de kinderen geen problemen hebben ervaren de afgelopen zeven jaar nu hun adres niet bekend is bij de ex-man van eiseres.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Problemen met de mensensmokkelaar
6. De problemen van eiseres met de mensensmokkelaar zijn niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Verweerder heeft allereerst terecht tegengeworpen dat eiseres de bedreigingen die zij via Facebook zou hebben ontvangen niet heeft overgelegd. Verweerder was niet gehouden om nader onderzoek te doen naar de mensensmokkelaar, nu niet is gebleken van voldoende inspanning van de zijde van eiseres om de bedreigingen te onderbouwen. Verder heeft verweerder niet ten onrechte tegengeworpen dat eiseres niets heeft ondernomen om de dreigementen op Facebook te stoppen. Dat eiseres zo bang en in de war was dat zij haar Facebookprofiel niet heeft gewijzigd nadat zij op Facebook bedreigingen had ontvangen, heeft verweerder niet hoeven volgen. Eiseres heeft immers verklaard dat zij wel haar telefoonnummer heeft gewijzigd naar aanleiding van de bedreigingen. Verder heeft verweerder kunnen tegenwerpen dat eiseres tijdens het aanmeldgehoor in de Dublinprocedure niets heeft verklaard over de problemen met de mensensmokkelaar en de gedwongen prostitutie in Italië, maar hieraan hecht de rechtbank geen doorslaggevende betekenis. Eiseres was ten tijde van het gehoor immers slechts sinds vijf dagen in Nederland. Dat neemt niet weg dat de andere hier besproken tegenwerpingen voldoende zijn ter onderbouwing van verweerders standpunt dat de gestelde problemen met de mensensmokkelaar ongeloofwaardig zijn.
6. Over de door eiser overgelegde foto heeft verweerder terecht overwogen dat niet kan worden vastgesteld dat de vrouw op de foto daadwerkelijk van de moeder van eiseres is, van wanneer de foto dateert en dat kan niet worden achterhaald hoe de vrouw op de foto aan de verwondingen zou zijn gekomen of wie deze heeft toegebracht. Anders dan eiseres stelt onderbouwt deze foto haar relaas dan ook niet.
7. Verder heeft verweerder niet ten onrechte overwogen dat eiseres met de verwijzing naar het Algemeen Ambtsbericht inzake Nigeria van maart 2021 niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij persoonlijk te vrezen heeft voor represailles van de mensensmokkelaar bij terugkeer naar Nigeria. Uit dit Algemeen Ambtsbericht volgt dat er weinig concrete gevallen bekend zijn waarin represailles jegens slachtoffers van mensenhandel hebben plaatsgevonden. Op basis hiervan kan dan ook geen reële vrees op algemeen niveau worden afgeleid. Eiseres heeft voorts niet geconcretiseerd waarom juist zij te vrezen heeft voor represailles. Verweerder heeft ter zitting in dit kader bovendien niet ten onrechte opgemerkt dat eiseres haar schuld aan de mensensmokkelaar al grotendeels heeft afgelost.
Problemen met ex-man
8. Verweerder heeft terecht geconcludeerd dat de problemen van eiseres met haar ex-man leiden niet tot het oordeel dat eiseres een reëel risico op ernstige schade loopt bij terugkeer naar Nigeria. Daarbij heeft verweerder terecht overwogen dat eiseres niet heeft onderbouwd waar zij haar vrees voor haar ex-man op baseert, nu zij reeds zeven jaar geleden is vertrokken uit Nigeria. De vader van eiseres is volgens eiseres blijven wonen in het ouderlijk huis en dat adres was bekend bij de ex-man van eiseres. Verweerder heeft terecht aangestipt dat zich desondanks geen incident heeft voorgedaan. Eiseres heeft dan ook niet aannemelijk gemaakt dat zij ondanks dit tijdsverloop nog te vrezen heeft voor haar ex-man.

Conclusie

9. Het beroep is ongegrond.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr.W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 604/2013.
3.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
4.202104699/1/V1.