Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die zijn asielaanvraag op 26 november 2021 had afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar is niet verschenen op de zitting die op 3 februari 2022 in Breda plaatsvond. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. P.M.W. Jans.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, mede omdat er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL21.18734) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.A. Karsten-Badal, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.